3.
Plaats de vulplug terug.
5.6.2.5 Lagers smeren met pure olienevel
Olienevelsmering is een optionele functie voor deze pomp.
•
Wanneer u lagers wilt smeren met een pure olienevel, volgt u de instructies van de fabrikant
van de olienevelgenerator.
De inlaataansluitingen bevinden zich boven op het lagerframe.
5.6.2.6 Gesmeerd voor het leven-lagers smeren
De fabrikant van de lagers vult de levenslang gesmeerde lagers met vet en sluit deze in de fabriek. U
hoeft deze lagers niet te smeren of af te dichten. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud voor het op-
nieuw invetten en de onderhoudsprocedures voor deze lagers.
5.7 Opties voor asafdichting
In de meeste gevallen dicht de fabrikant de as voordat de pomp wordt verzonden. Wanneer uw pomp
geen afgedichte as heeft, raadpleeg dan de onderhoudsinstructies voor asafdichting in het hoofdstuk
Onderhoud.
Dit model maakt gebruik van de volgende typen of asafdichtingen:
•
Mechanische cassetteafdichting
•
Conventionele mechanische afdichting binnen de component
•
Conventionele mechanische afdichting buiten de component
•
Optie voor samengestelde pakkingbus
5.7.1 Opties voor mechanische afdichting
Pompen worden meestal geleverd met gemonteerde mechanische afdichtingen. Indien dit niet het
geval is, raadpleegt u de installatie-instructies van de fabrikant van de mechanische afdichting.
De volgende opties voor mechanische afdichting zijn beschikbaar voor deze pomp:
•
Mechanische cassetteafdichting
•
Conventionele mechanische afdichting binnen de component
•
Conventionele mechanische afdichting buiten de component
5.7.2 Aansluiting van vloeistofafdichting voor mechanische afdichtingen
Smering van de afdichting is vereist
Tussen de afdichtingsvlakken moet zich vloeistoffilm bevinden voor goede smering. Bepaal de loca-
tie van de kranen aan de hand van de afbeeldingen die bij de afdichting worden geleverd.
Afdichting doorspoelmethodes
Tabelnr 11: U kunt deze methoden gebruiken om de afdichting te spoelen of te koelen:
Methode
Productdoorspoeling
Externe doorspoeling
Model 3796 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Beschrijving
Leg de leidingen zo dat de pomp de verpompte vloeistof van de behui-
zing wegduwt en in het afdichtingsdrukstuk spuit. Een externe warmte-
wisselaar koelt indien nodig de verpompte vloeistof voordat deze in het
afdichtingsdrukstuk komt.
Leg de leidingen zo dat de pomp een schone, koele, compatibele
vloeistof rechtstreeks in het afdichtingsdrukstuk spuit. De druk van de
spoelvloeistof moet 0,35 tot 1,01 kg/cm
druk in de afdichtingskamer. De injectiesnelheid moet 2 tot 8 lpm | 0,5
tot 2 gpm zijn.
5.7 Opties voor asafdichting
2
| 5 to 15 psi hoger zijn dan de
59