4.6 Controlelijsten voor leidingen
Vloeistofbron boven de pomp
Controleer het volgende:
Controleer of een isolatieklep is geïnstal-
leerd in de aanzuigleiding op een afstand
van ten minste twee keer de buisdiame-
ter van de aanzuiginlaat.
Zorg dat de aanzuigleiding vrij is van
luchtbellen.
Controleer of de leiding recht loopt of
schuin afloopt vanaf de vloeistofbron.
Zorg dat geen enkel onderdeel van de
aanzuigleiding onder de aanzuigflens van
de pomp uitkomt.
Zorg dat de aanzuigleiding voldoende is
ondergedompeld onder het oppervlak
van de vloeistofbron.
Voorbeeld: Elleboog dicht bij de aanzuiginlaat van de pomp
Juist
De juiste afstand tussen de inlaatflens van de pomp en
de dichtstbijzijnde bocht moet ten minste vijf pijpdiame-
ters zijn.
1.
Voldoende afstand om cavitatie te voorkomen
2.
Excentrisch verloopstuk met een vlakke bo-
venkant
42
Uitleg/opmerking
Hierdoor kan de leiding worden gesloten tijdens in-
spectie en onderhoud van de pomp.
Gebruik de isolatieklep niet om de pomp te smoren.
Knijpen kan de volgende problemen veroorzaken:
•
Verlies van vulling
•
Overmatig hoge temperaturen
•
Schade aan de pomp
•
Vervallen van de garantie
Hiermee voorkomt u dat er lucht de pompinlaat bin-
nenkomt of dat er cavitatie optreedt.
—
—
Dit voorkomt dat lucht in de pomp komt als gevolg
van een aanzuigwerveling.
1
2
Model 3796 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Onjuist
Gecontro-
leerd