Geprojecteerde beelden bijstellen
a
• Om de vertragingen te minimaliseren, stelt u Vooringest. Beeldst. In
op Uit.
• Als u Vooringest. Beeldst. op Uit zet, kunt u de andere items in
Beeldverbetering niet instellen.
a
Selecteer Vooringest. Beeldst. vanuit Beeldverbetering en druk
vervolgens op de knop [
b
Selecteer een van de volgende opties en druk vervolgens op de
knop [
].
Voorinstelling 1 to Voorinstelling 5: De instellingen die op
voorhand zijn opgeslagen worden toegepast op het beeld.
Uit: Selecteer dit om voorinstellingen uit te schakelen.
a
Na het selecteren van Voorinstelling 1 tot Voorinstelling 5
kunt u elke instelling apart fine-tunen. De instelling na correctie
zal worden overschreven.
c
Druk op de knop [Esc] om naar het vorige scherm terug te keren.
].
Frame-interpolatie
Het huidige en het vorige frame worden gebruikt om tussenliggende
beeldjes te maken zodat bewegingen vloeiender kunnen worden
weergegeven. U kunt ook houterige bewegende beelden maken, door frames
over te laten slaan bij projectie van snel bewegende beelden.
a
U kunt Frame-interpolatie niet instellen in de volgende situaties.
• Wanneer een signaal met een horizontale resolutie van meer dan
1920 wordt ingevoerd
• Wanneer Hoogte-breedte is ingesteld op V-zoom
• Wanneer Schaal is ingesteld op Auto of Handmatig
• Wanneer Randoverlapping is ingesteld op Aan.
a
Selecteer Frame-interpolatie onder Beeldverbetering en druk
dan op de knop [
].
84