Geprojecteerde beelden bijstellen
a
Als u de knop [Esc] ongeveer twee seconden ingedrukt houdt,
wordt het scherm voor het bevestigen van het terugzetten van
standaardwaarden weergegeven.
Selecteer Ja om het resultaat van Quick Corner-correcties terug
te draaien.
d
Gebruik de knoppen [
hoek aan te passen.
Als u op [
] drukt, wordt het scherm uit stap 3 weergegeven
waarin u het te corrigeren gebied kunt selecteren.
Als tijdens de aanpassing de melding "Kan niet meer verplaatsen."
verschijnt, kunt u de vorm niet verder aanpassen in de richting
aangegeven door de grijze driehoek.
e
Herhaal stappen 3 en 4 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
f
Wanneer de correcties zijn voltooid, drukt u op de
knop [Menu].
], [
], [ ] en [ ] om de positie van de
Gebogen oppervlak
Hiermee kunt u vervorming die optreedt bij projectie op een gebogen
oppervlak corrigeren en de hoeveelheid uitzetting en krimp aanpassen.
Plaats de projector direct tegenover het scherm met de lenspositie in de
uitgangspositie.
"De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (Aanpassing
s
lensverschuiving)"
pag.39
a
• Projecteren op een gebogen oppervlak met dezelfde straal.
• Als een erg sterke aanpassing wordt uitgevoerd, is na die
aanpassingen de scherpte mogelijk niet helemaal uniform.
Gebruik het volgende om het aanpassingsbereik voor de afbeelding te
controleren.
"Gebogen oppervlak"
pag.246
s
a
Druk op de knop [Geometry] tijdens het projecteren.
b
Selecteer Gebogen oppervlak en druk vervolgens op de knop
[
].
67