Hfdst. 5.4 HET BESTUREN
De standen RECHTS - LINKS - VOORUIT - ACHTERUIT zijn die van de normale rijrichting van de machine gedurende het
slepen. (afb.1).
VOORUIT
Parkeren: De standen waarin de beschermingen en de donkergekleurde delen zich moeten bevinden gedurende het parkeren
(afb.2)
Als de machine op een ondergrond staat die niet perfect vlak is, dienen wiggen onder de voorste wielen te worden gestoken
(Afb. 3).
afb.2
Het slepen: De standen waarin de beschermingen en de donkergekleurde delen zich moeten bevinden gedurende het
slepen.
GEBRUIKERS BESTUREN EN ONDERHOUD
afb.1
afb.4
RECHTS
LINKS
afb.3
ACHTERUIT
NL
31