44
MX 43
Gebruikershandboek
Functie van de navigatietoetsen
Verticale verplaatsing in het geselecteerde menublok.
→
Horizontale verplaatsing tussen twee menublokken.
Invoeren
Bevestiging van de geselecteerde lijn.
Verlaten
Terug naar het vorige scherm.
Tabel 11: Functie van de navigatietoetsen.
Voorstelling in normale modus
Voorstelling van de metingen
Afbeelding 44: voorbeeld weergavescherm van de metingen in normale modus en met
negatief beeld.
Rep.
Betekenis
A.
Staafdiagram met aanduiding van de alarmdrempels.
B.
Bereik van de meting, gedetecteerd gas en omschrijving van de
detector.
C.
Waarde van de huidige meting met eenheid en gedecteerd gas.
D.
waarde van de gemiddelde meting indien de programmering werd
uitgevoerd via de toepassing COM 43 and depending on the display
settings (see Weergave beheer, on page 46).
E. b)
USB-stick symbool; zie paragraaf 6. USB Key op bladzijde 55.
■
Wordt niet weergegeven wanneer de USB-stick niet is aangesloten
en/of de registratie van gegevens niet is gestart (menu 6. USB Key
> 1. Configuration > Data Logging: OFF).
■
Brandt onafgebroken wanneer de USB-stick is aangesloten en de
gegevensregistratie is gestart (menu 6. USB Key > 1. Configuration
> Data Logging: ON).
■
Knippert wanneer de USB-stick niet is aangesloten en de optie Data
Logging is ingesteld op AAN.
F.
Indicator van de meettendens.
Toenemende tendens.
Afnemende tendens.
G.
Adres van de digitale detector op een digitale lijn of het spoornummer
bij een analoge detector.