OPGELET:
alle bestanden die op de harde schijf zijn opgeslagen worden verwijderd zodra de ingestelde codering wordt
gewijzigd.
OPMERKING:
u kunt uitsluitend tekens van 0 tot 9, a tot z, A tot Z en NULL-waarden voor de coderingssleutel invoeren.
Bij gebruik van het bedieningspaneel
1 Druk op de knop
2 Selecteer het tabblad Extra en selecteer dan Beheerinstellingen.
3 Selecteer
totdat Veilige instellingen verschijnt en selecteer dan Veilige instellingen.
4 Selecteer
totdat Gegevenscodering verschijnt en selecteer dan Gegevenscodering.
5 Selecteer Codering.
6 Selecteer Aan en selecteer daarna OK.
7 Gebruik de numerieke toetsen voor het invoeren van de wachtwoordzin voor de coderingssleutel en selecteer dan
OK.
8 Het scherm Codering (Alle opgeslagen documenten worden verwijderd. Weet u het zeker) verschijnt. Bent u het
ermee eens dat alle opgeslagen documenten moeten worden verwijderd zodra de coderingsinstellingen worden
gewijzigd, selecteer dan Ja, verwijderen om de instelling te wijzigen. Wanneer u het wijzigen van de
coderingsinstelling wilt stoppen, selecteer dan Nee, annuleren.
Bij gebruik van de Dell™ Printer Configuration Web Tool
1 Start de Dell Printer Configuration Web Tool.
Open de webbrowser.
a
Voer het IP-adres van uw printer in uw webbrowser in.
b
Zie "Dell™ Printer Configuration Web Tool".
2 Selecteer Printerinstellingen.
3 Klik op het tabblad Printerinstellingen.
4 Selecteer Veilige instellingen.
5 Controleer of het keuzevakje Inschakelen van de Paneelvergrendelingsinstelling onder Paneelvergrendeling is
aangevinkt.
Indien Inschakelen is geselecteerd, ga dan verder met stap 10. Zo niet, ga dan verder met de volgende stappen.
6 Schakel het keuzevakje Inschakelen van de Paneelvergrendelingsinstelling in onder Paneelvergrendeling.
7 Voer het 4-cijferige wachtwoord in bij Nieuw wachtwoord.
8 Voer het wachtwoord nogmaals in bij Wachtwoord bevestigen.
9 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.
Zie "Paneelvergrendeling" voor meer informatie over de paneelvergrendeling.
10 Klik op Gegevenscodering.
De pagina voor de Gegevenscodering wordt weergegeven.
11 Schakel het keuzevakje Codering in.
12 Voer een sleutel in die nodig is voor de codering.
13 Bevestig de sleutel door deze opnieuw in te voeren.
14 Klik op Nieuwe instellingen toepassen.
444
Gebruik van digitale certificaten
(Informatie).