Inhoudsopgave
Advertenties
Optie
Toon/puls
Voorkiezen
Faxvoorpagina
Faxkoptekst
ECM
Modemsnelheid
Handm.
faxontvangers
weergeven
Faxoverzichten
Faxactiviteit
Faxverzending
Faxrondzending
Faxprotocol
OPMERKING:
voorkiezen ondersteunt alleen de omgeving waar u een fax naar de externe lijn stuurt. Als u Voorkiezen wilt
gebruiken, moet u het volgende vanaf het bedieningspaneel uitvoeren.
Beschrijving
Poging. nr.herh.
U kunt het aantal pogingen instellen voor nummerherhaling
binnen het bereik van 0 tot 13 keer wanneer de bestemmingsfax
bezet is. Als de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het
nummer niet herhalen.
Interval voor
Uw printer kan het nummer van een extern faxapparaat als deze
opnieuw kiezen
bezet was, automatisch opnieuw kiezen. Er kan een interval tussen
1 en 15 minuten worden ingevoerd.
U kunt het standaard beltype selecteren.
• Toon
• Puls (10PPS)
• Puls (20PPS)
U kunt aangeven of een voorkiesnummer al dan niet moet worden
ingesteld. Indien u
nummer dat is ingesteld onder
voordat eventuele automatische nummers worden gedraaid. Dit is
handig voor toegang tot Private Automatic Branch Exchange
(PBX). U kunt een voorkiesnummer van maximaal vijf cijfers
instellen.
U kunt instellen of er een voorblad aan faxen wordt toegevoegd
wanneer u faxen verstuurt.
De informatie van de afzender wordt in de koptekst van faxen
afgedrukt.
Selecteer
Selecteer
Merk op dat als Verenigde Staten als instelling bij Land is
geselecteerd, deze optie niet op het menu verschijnt. De instelling
staat altijd aan en kan niet worden gewijzigd.
Zie "Uw land instellen" voor meer informatie over de
landinstelling.
U kunt instellen of ECM (Error Correction Mode) wordt in- of
uitgeschakeld.
U kunt de modemsnelheid instellen.
U kunt instellen of het faxnummer van de ontvanger moet worden
weergegeven op het scherm Fax verzenden wanneer u een fax
handmatig verstuurt.
U kunt instellen of er automatisch een faxactiviteitenrapport
wordt afgedrukt na elke 50 inkomende en uitgaande
faxcommunicaties.
U kunt instellen of er na een faxverzending een verzendresultaat
wordt afgedrukt.
U kunt instellen of er na een faxverzending naar meerdere locaties
een verzendresultaat wordt afgedrukt.
U kunt instellen of het protocolmonitorrapport na een
faxverzending moet worden afgedrukt om problemen met het
faxprotocol bij te houden.
Voorkiesnummer
Voorkiesnummer
Uit
om de functie uit te schakelen.
Aan
om de functie in te schakelen.
op
zet, wordt het
Aan
gedraaid
393
Faxen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
