Het toetsenbord gebruiken dat op het touch-paneel wordt weergegeven
Als de printer in gebruik is verschijnt soms een toetsenbord voor het invoeren van tekst. Hieronder wordt beschreven
hoe tekst moet worden ingevoerd.
QWERTY
U kunt onderstaande tekens invoeren: cijfers, letters en symbolen.
Onderdeel
Toetsenborden wijzigen
Letters invoeren
Cijfers en symbolen invoeren.
Een spatie invoeren
Tekens wissen
De numerieke toetsen gebruiken
Tijdens het uitvoeren van verschillende taken is het mogelijk dat u nummers moet invoeren. Bijvoorbeeld wanneer u
het aantal kopieën of een faxnummer rechtstreeks in moet voeren.
Numerieke toetsen
1
2
3
4
5
6
7
8
132
Bedieningspaneel
AZERTY
Beschrijving
Selecteer
om de lay-out van het toetsenbord dat op het touch-paneel wordt
weergegeven te wijzigen. Maak een keuze uit
Om hoofdletters in te kunnen voeren moet u
naar onderkast (kleine letters) moet u opnieuw
Selecteer
.
Selecteer
of
Spatie
Selecteer
om tekens één voor één te wissen.
QWERTZ
QWERTY
,
AZERTY
selecteren. Om terug te keren
selecteren.
.
of
QWERTZ
.