Fax oorspr. Inst.
Resolutie
Dubbelzijdig scannen
Donkerder/lichter
Vertraagde start
Stand.instell. Afdr.
Uitvoerkleur
van USB
Lade selecteren
Dubbelzijdig afdrukken Geeft weer of beide zijden van een vel papier bedrukt moeten worden.
N-op-1
Sorteren
Fax instellingen
Toepassing:
Voor de weergave van de faxinstellingen van de printer.
Waarden:
Faxnummer
Land
Naam faxkoptekst
Lijntype
Lijnmonitor
DRPD-patroon
Ontvangstfunctie
Beltoon-sterkte
Automatische faxontvangst
Automatische telefoonontvangst/fax
Aut.ontv. Antw/Fax
"Junk-fax"-inst.
Fax doorsturen
Faxdoorstuurnummer
Dubbelzijdig afdrukken
Ontv.op afstand
Toon ontv. op afstand
214
Begrip van de Werkset-menu's
Geeft de gebruikte resolutie weer voor het verzenden van faxen.
Geeft weer of beide zijden van een vel papier gescand moeten worden.
Geeft de gebruikte helderheid weer voor het verzenden van faxen.
Geeft de starttijd van het verzenden van faxen weer.
Geeft de standaard modus voor kleur weer.
Geeft de standaard papierlade weer.
Geeft de standaard papieropmaak weer wanneer N-op-1 is geselecteerd.
Geeft aan of de afdruktaak gesorteerd moet worden.
Geeft het faxnummer van de printer weer. Deze wordt in de koptekst van faxen
afgedrukt.
Geeft het land waar de printer gebruikt wordt weer.
Geeft de naam van de afzender weer die op de koptekst van faxen afgedrukt
moet worden.
Geeft het lijntype; PSTN of PBX weer.
Geeft het volume van de lijnmonitor weer. Hiermee kunt u het
transmissiesignaal via een interne luidspreker horen totdat er een verbinding
gemaakt wordt.
Geeft de instelling voor DRPD (unieke beltonen) weer.
Geeft de ontvangstfunctie voor faxen weer.
Geeft het volume van de beltoon weer. Dit geeft aan dat een binnenkomend
gesprek een telefoongesprek is via de interne luidspreker, als de
Ontvangstmodus is ingesteld op Telefoon/fax.
Geeft de interval weer waarmee de printer naar de stand faxontvangst gaat, na
het binnenkomen van een gesprek.
Geeft de interval weer waarmee de printer naar de stand faxontvangst gaat,
nadat de externe telefoon een gesprek ontvangt.
Geeft de interval weer waarmee de printer naar de stand faxen gaat, nadat de
externe telefoonbeantwoorder een gesprek ontvangt.
Geeft weer of faxen van ongewenste afzenders geweigerd moeten worden.
Geeft weer of binnenkomende faxen naar een bepaalde bestemming
doorgestuurd moeten worden.
Geeft het faxnummer weer van de bestemming waarnaar binnenkomende
faxen doorgestuurd moeten worden.
Geeft weer of er op beide zijden van het vel papier voor de ontvangen fax moet
worden afgedrukt.
Geeft weer of faxen ontvangen moeten worden door middel van een
ontvangscode op de externe telefoon.
Geeft de toon voor het starten van Ontvangst op afstand weer.