Bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel heeft een touch-paneel, een status-LED, bedieningsknoppen en numerieke toetsen waarmee
u de printer kunt bedienen.
1
12
1 Knop
(Home)
•
Hiermee komt u in het Startscherm.
2 Touch-paneel
•
De instellingen worden weergegeven wanneer het scherm wordt aangeraakt.
•
Geeft verschillende instellingen, instructies en foutberichten weer.
3 Status-LED (Gereed/storing)
•
Brandt groen wanneer de printer gereed is voor gebruik en knippert groen wanneer gegevens worden
ontvangen.
•
Brandt geel wanneer sprake is van een storing en knippert geel wanneer een onherstelbare afdrukstoring is
opgetreden.
4 Knop
(Start)
•
Een taak wordt gestart.
5 Numerieke toetsen
•
Worden cijfers en letters mee ingevoerd.
6 Knop
(Herhalen/pauze)
•
Een telefoonnummer wordt opnieuw gekozen.
•
Er wordt een pauze in een telefoonnummer ingelast.
7 Knop
(Energiebespaarstand)
•
Hiermee wordt de energiespaarstand in- en uitgeschakeld. Wanneer de machine enige tijd niet wordt gebruikt,
wordt de energiespaarstand ingeschakeld om het stroomverbruik te verminderen. Wanneer de
energiespaarstand is ingeschakeld, knippert het lampje van de energiespaarknop.
8 Knop
(Verwijderen)
2
11
3
4
5
10
9
13
6
7
8
129
Bedieningspaneel