6 Selecteer het gewenste volume en selecteer dan OK.
7 Schakel de printer uit en opnieuw in om de instellingen toe te kunnen passen.
Faxinstellingopties specificeren
De faxinstellingopties wijzigen
1 Druk op de knop
2 Selecteer het tabblad Extra en selecteer dan Beheerinstellingen.
3 Selecteer
totdat Faxinstellingen verschijnt en selecteer dan Faxinstellingen.
4 Selecteer het gewenste menu.
5 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in.
Voor het invoeren van de waarde selecteert u
6 Selecteer OK.
Herhaal zo nodig stappen 4 tot 6.
Om terug te keren naar het Informatie-scherm moet u de knop
Beschikbare faxinstellingopties
U kunt de volgende instellingopties voor het configureren van het faxsysteem gebruiken:
Optie
Faxlijninstellingen Faxnummer
Land
Naam faxkoptekst
Lijntype
Lijnmonitor
DRPD-patroon
390
Faxen
(Informatie).
of
of gebruikt u de numerieke toetsen of het toetsenbord.
(Alles wissen) indrukken.
Beschrijving
Specificeert het faxnummer van de printer dat in de koptekst van
faxen wordt afgedrukt. Deze functie is beschikbaar wanneer u
instelt op
Koptekst
Aan
wordt gespecificeerd, wordt in het printer-ID gebruikt.
Specificeert het land waar de printer wordt gebruikt.
U kunt deze instelling wijzigen wanneer:
• Er geen taken worden uitgevoerd
• Er geen faxtaken in het geheugen wachten
Specificeert de naam van de afzender die in de koptekst van faxen
moet worden afgedrukt.
U kunt het standaard lijntype selecteren.
• PSTN
• PBX
Stelt het volume van de lijnmonitor in. Hiermee kunt u het
transmissiesignaal via een interne luidspreker horen totdat er een
verbinding gemaakt wordt.
Voordat u de optie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD)
gebruikt, moet een aparte beldienst door de telefoonmaatschappij
op uw telefoonlijn worden geïnstalleerd. Als de
telefoonmaatschappij een afzonderlijk faxnummer met een unieke
beltoon heeft geleverd, moet de fax zo ingesteld worden dat
gecontroleerd wordt op die specifieke beltoon.
. Het nummer dat in het faxnummer