U Function
c
S
MENU
U kunt de volgende functies toekennen aan de knop Fn1.
AEL
Preview (elektronisch)
k
P Home
Digital Tele-converter
Voorzetlens
ND Filter Setting
Off
V Function
c
S
MENU
U kunt eender welke van de volgende functies toewijzen aan de knop Fn2.
Selecteer de aanvinkvakjes voor de functies die u wilt toewijzen.
De toegewezen functies veranderen telkens u op de knop Fn2 drukt. De waarde kan worden
veranderd met de bedieningsring.
Wanneer u de functies hebt veranderd door te draaien aan de bedieningsring met ingedrukte
knop Fn2, kan de waarde worden veranderd door te draaien aan de bedieningsring nadat u
de knop Fn2 hebt losgelaten. Om de waarde te veranderen, draait u aan de bedieningsring
nadat u de knop Fn2 hebt losgelaten.
IS Mode
Beeldeffecten
SCN
ART
WB
j/Y
Beeldverhouding
K Image Quality
n Image Quality
#
w
Metering
AF Mode
ISO
I Gezichtsprioriteit
ND Filter Setting
[Button Function]
Druk op de knop om de belichting te vergrendelen.
Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt.
De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt ingedrukt
(Blz. 39).
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AF-kader
geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home] (Blz. 59).
De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid met een
p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om naar de AF-
kaderstand terug te keren. Als de camera wordt uitgeschakeld
terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt de home-positie
teruggesteld.
Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen.
Stelt de bevestigde voorzetlens in.
Past de ND-fi lter aan.
Er is geen functie toegekend aan de knop.
[Button Function]
Pas de instellingen voor de beeldstabilisatie aan.
Stel de afwerking en de kunstfi lters voor een beeld in.
U kunt het motiefprogramma wijzigen.
U kunt de kunstfi lter wijzigen.
Pas de witbalans aan.
Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner.
Pas de breedte-hoogteverhouding aan.
Pas de beeldkwaliteit voor foto's aan.
Pas de beeldkwaliteit voor fi lms aan.
Kies een fl itserfunctie.
Pas het uitgangsvermogen van de fl its aan.
Pas de belichtingsmethode aan.
Pas de AF-methode aan.
Stel de ISO-gevoeligheid in.
Pas de gezichtsprioriteit aan.
Past de ND-fi lter aan.
[U Function]
[V Function]
3
NL
65