Inhoud
Basisfuncties
..................................................................... 14
Uitpakken .................................................................... 15
Indeling van de camera ............................................... 16
De Smart Link-knop gebruiken .................................... 19
Het scherm gebruiken ................................................ 20
Een polslus bevestigen ............................................... 20
Een lensdop bevestigen .............................................. 21
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 22
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 23
De batterij opladen ..................................................... 23
De camera inschakelen .............................................. 23
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 24
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 26
Het modusscherm gebruiken ...................................... 27
Een modusscherm selecteren ..................................... 27
Pictogrammen op het modusscherm ........................... 27
Opties of menu's selecteren ....................................... 29
[MENU] gebruiken ...................................................... 29
[Fn] gebruiken ............................................................ 31
Het scherm en geluid instellen .................................... 32
Het schermtype instellen ............................................. 32
Het geluid instellen ..................................................... 33
Foto's maken ............................................................... 34
Zoomen .................................................................... 35
Bewegingsonscherpte voorkomen ............................... 37
Tips om betere foto's te maken .................................. 38
Uitgebreide functies
De Smart Auto-modus gebruiken ............................... 41
De Programmamodus gebruiken ................................ 43
De modus Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken ..................... 44
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken ....................... 45
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ............................. 46
De modus Handmatig gebruiken ................................. 47
De modus Magisch Plus gebruiken ............................ 48
De Scènemodus gebruiken ......................................... 48
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 49
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 50
De 2D- of 3D-panorama gebruiken .............................. 50
De Actiepanorama-modus gebruiken ........................... 52
De Magische kadermodus gebruiken ........................... 53
De modus Gesplitste opname gebruiken ...................... 54
De modus Beeld in Beeld gebruiken ............................ 55
De modus Artistieke pen gebruiken .............................. 56
De HDR-modus gebruiken .......................................... 57
De Creatieve filmmaker-modus gebruiken ..................... 58
De Filmmodus gebruiken ............................................ 60
Video's met hoge snelheid opnemen ........................... 62
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............. 63
10
......................................................... 40