De scherpstelling aanpassen
2
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Autofocus (normaal): scherpstellen op een
onderwerp dat zich op een afstand van meer dan
40 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
100 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Handm. scherpstellen: scherpstellen op een
onderwerp door de scherpstelafstand handmatig aan
te passen. (pag. 73)
Macro: handmatig scherpstellen op een onderwerp
dat 1-40 cm van de camera is verwijderd.
40-100 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
•
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op
een afstand van 1 cm of meer bevindt. Of op
een afstand van 40 cm of meer, wanneer u
gebruikmaakt van de zoom.
•
De optie wordt in sommige modi automatisch
ingesteld. U kunt de optie niet handmatig instellen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
De scherpstelafstand handmatig aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [c].
2
Scroll naar Handm. scherpstellen.
3
Druk op [D].
4
Draai de navigatieknop of druk op [F/t] om de
scherpstelafstand aan te passen.
Focus: Handm. scherpstellen
Terug
5
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
•
Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich
buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
•
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
Scherpstelgebied, Gezichtsdetectie en Smart Zoom in te stellen.
73
Opnameopties
Instellen
p A h M g