Bijstellen van de hoogtemeter
De hoogtemeter kan handmatig of met GPS bijgesteld worden.
Om een hoogte met een betere nauwkeurigheid te meten, adviseren wij dat u regelmatig
[Aanpassen] uitvoert door een referentiehoogte op een bord of andere nauwkeurige
hoogte-informatie te vergelijken met de hoogte die door het toestel aangeduid wordt.
1
Selecteer [Hoogtemeter] in het [GPS/Sensor]-menu en druk vervolgens
op [MENU/SET].
2
Druk op 3/4 om [Aanpassen] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
3
Druk op 3/4 om de instellingen te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Instellingen
[GPS]
[ON]
[OFF]
GPS/Sensor
Gebruik de GPS-informatie om de hoogtemeter bij te stellen.
•
De [GPS-inst.] wordt automatisch op [ON] gezet.
•
De bijgestelde hoogte kan fouten vertonen van meer dan ongeveer
d50 m, afhankelijk van de posities van de GPS-satellieten. Als de fout te
groot is, raden wij aan [ON] te selecteren en handmatige bijstellingen te
maken.
•
Zelfs als de GPS-positionering succesvol is, kan de hoogtemeting
beïnvloed worden door de satellietposities en de signaalomstandigheden.
In dat geval zal de hoogtemeter niet bijgesteld worden.
•
Wanneer [GPS-inst.] op [OFF] gezet is, zal [Aanpassen] automatisch op
[ON] gezet worden.
Stel de hoogte handmatig bij.
Druk op 2/1 om de items te selecteren en druk op 3/4 om ze in
te stellen.
•
Het kan bijgesteld worden tussen j599 m en 8999 m.
De bijgestelde hoogtewaarde wordt bewaard als de waarde die geldt
voordat u de afstelling maakt.
Beschrijving van instellingen
- 137 -