[i. Exposure]
Toepasbare modussen:
Contrast en belichting zullen automatisch aangepast worden wanneer er een groot verschil is
in helderheid tussen de achtergrond en het onderwerp, om het beeld dichtbij te brengen naar
hoe u ziet.
Instellingen: [ON]/[OFF]
•
[
] wordt geen in het scherm wanneer [i. Exposure] effectief is.
•
Zelfs wanneer de [Gevoeligheid] ingesteld is op [100], kan [Gevoeligheid] hoger ingesteld worden
dan [100] als het beeld gemaakt wordt met [i. Exposure] ingesteld op geldig.
•
Compensatie-effect zou verkregen kunnen worden afhankelijk van de omstandigheden.
[Korte sluitert.]
Toepasbare modussen:
U kunt een beeld helder maken op donkere plekken door [Korte sluitert.] langzamer in te
stellen. U kunt deze ook sneller instellen om de wazigheid van het onderwerp te verminderen.
Instellingen: [AUTO], [1/125], [1/60], [1/30], [1/15], [1/8], [1/4], [1/2], [1]
Instelling minimum sluitertijd
Helderheid
Beweging
•
Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [AUTO] om beelden te maken. (Wanneer u een
minimum sluitertijd selecteert die verschilt van [AUTO], verschijnt [
•
Afhankelijk van de [Gevoeligheid]-instelling kan de sluitertijd tot de snelle tijden beperkt zijn.
•
Als [AUTO] geselecteerd is, kan de sluitersnelheid tot 1 seconde ingesteld worden als het toestel
niet erg bewogen wordt, wat met [Stabilisatie] gecorrigeerd moet worden, of als [Stabilisatie] op
[OFF] staat.
•
Het op een langzamere sluitertijd instellen van [Korte sluitert.] zou de kans op beeldbibber kunnen
doen toenemen, daarom raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor het
maken van beelden.
•
Het op een hogere snelheid instellen van [Korte sluitert.] zou het beeld donkerder kunnen maken,
daarom raden we aan het beeld op te nemen in een goed verlichte zone. Als er geen correcte
belichting verkregen kan worden, zal [
helft ingedrukt wordt.
Opnemen
[1/125]
Donkerder
Minder
] in het rood knipperen wanneer de ontspanknop tot de
- 109 -
[ 1 ]
Helderder
Meer
] links onderaan het scherm.)