5
Afdrukbedrijf
5.6
Voorkomen van materiaalverlies
!
Attentie!
Materiaalverlies!
De afdrukinformatie voor een sectie wordt op twee plaatsen met een verschillende materiaaltrans-
portrichting en daarom op verschillende momenten op het materiaal aangebracht.
Dit leidt bij iedere onderbreking van het ononderbroken afdrukbedrijf tot het volgende gedrag:
•
Op de onderkant bedrukt materiaal wordt voor voltooiing van de afdruk naar de bovenste printkop
getransporteerd zonder dat het navolgende materiaal al aan de onderkant wordt bedrukt.
•
Terugtrekken van het materiaal naar de onderste printkop is om redenen van veilige materiaalgeleiding
niet toegestaan.
•
Er ontstaan onbedrukte en dus onbruikbare secties in materiaalstroken.
•
Bij bedrijf met messen bedraagt het materiaalverlies minstens 110 mm voor doorlopend materiaal.
Bij het gebruik van gestructureerde materialen, waarbij het afdrukbeeld moet worden gesynchroniseerd
met het materiaaltransport, kan het verlies een lengte van meer dan 300 mm bereiken.
Om materiaalverliezen gering te houden, moeten de onderbrekingen van het ononderbroken afdrukbedrijf
worden geminimaliseerd:
Onderbreek printopdrachten daarom alleen als dit absoluut noodzakelijk is.
Vermijd opdrachten met een kleiner aantal printsecties, met name opdrachten met slechts één sectie.
Vermijd voorspelbare foutsituaties 5.7 op pagina 20.
In foutsituaties gaat bijzonder veel materiaal verloren, omdat normaliter ook reeds bedrukt materiaal
moet worden weggegooid.
Afdrukken optimaliseren
Om materiaalverlies te minimaliseren, kan de parameter Instellingen > Afdrukken > Dubbele afdruk optimaliseren worden
geactiveerd.
In dat geval wordt een printopdracht niet meteen tot voltooiing uitgevoerd. De printer stopt het materiaal op een
positie waarbij een volgende opdracht zonder lege etiketten kan worden uitgevoerd en wacht op nieuwe afdrukge-
gevens. Nadat de nieuwe gegevens zijn ontvangen, wordt de eerder niet volledig uitgevoerde printopdracht automa-
tisch voltooid en de nieuwe opdracht gestart zonder leeg etiket daartussen.
Als er verder geen afdrukgegevens worden verwacht, kan de opdracht met Opdracht voltooien worden afgesloten.
Optimalisatie van de gegevensoverdracht
Indien elkaar opvolgende secties verschillende gegevens bevatten, moet de interne beeldopbouw in het geheugen
zijn afgesloten voordat het printen van de eerste sectie door de onderste printkop is beëindigd!
Anders wordt de eerste sectie voor bedrukken bij de bovenste printkop doorgeschoven zonder dat de volgende sectie
aan de onderkant wordt bedrukt. Het printen van de tweede sectie begint dan pas nadat de eerste volledig is voltooid.
Daarom moeten de gegevens die voor de verschillende secties moeten worden overgedragen tot een minimum
worden gereduceerd. Dat wil zeggen, u moet afzien van de overdracht van complete etiketbeschrijvingen per etiket
en alleen de gewijzigde inhoud overdragen:
i
Aanwijzing!
In de printerdriver is de parameter 'Software-optimalisatie' hiertoe permanent ingeschakeld.
In cablabel S3 worden de gegevens automatisch geoptimaleerd.
Gebruik in de directe programmering het replace-commando R om de inhoud te vervangen.
Programmeerinstructies.
!
Attentie!
Materiaalverlies!
De RS232-interface is voor een snelle afwisseling van gegevensinhouden te langzaam.
Gebruik voor het drukproces de USB- of ethernetinterface.
19