13. Camera-aanpassing – [Camera-inst. Opsl./Herstel.]
[Camera-inst. Opsl./Herstel.]
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
De opgeslagen informatie van de instellingen kan in de camera geladen
worden zodat u dezelfde instellingen op meerdere camera's kunt instellen.
[
]
[Opsl.]
[Laden]
[Wissen]
[Houd inst. bij
formatteren]
[
]
Selecteer [Camera-inst. Opsl./Herstel.]
Slaat de informatie van de camera-instellingen op de kaart op.
•
Als nieuwe gegevens opgeslagen worden, selecteer dan
[Nieuw Bestand], en als over een bestaand bestand heen
geschreven wordt, selecteer dan dat bestaande bestand.
•
Als [Nieuw Bestand] geselecteerd is, wordt een scherm
weergegeven voor de selectie van de bestandsnaam die
opgeslagen moet worden.
[OK]:
Het opslaan vindt plaats met de bestandsnaam op het scherm.
[Wijzig bestandsn.]:
Verandert de bestandsnaam en slaat het bestand op.
•
Beschikbare lettertekens: alfabetische lettertekens
(hoofdletters), numerieke lettertekens, tot 8 lettertekens
•
Tekens invoeren (
Laad de instellinginformatie die op de kaart staat en kopieert
deze naar de camera.
Wist de instellingsinformatie op de kaart.
Bij het formatteren van de kaart, wordt de kaart geformatteerd
terwijl de informatie van de camera-instellingen op de kaart blijft
opgeslagen.
Tekens invoeren:
505
609)