7. Meting/Belichting/ISO-gevoeligheid – Handmatige Belichtingsmodus
•
De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde en sluitertijd zullen niet op het
opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om de effecten op het opnamescherm te controleren.
(
Preview-modus:
U kunt het voorbeeld van het effect van de lensopening en het effect van de
sluitertijd instellen om constant te werken, in de [M]-modus, om de
scherptediepte en de beweging van het onderwerp te controleren tijdens de
opname:
[
]
[
•
De helderheid van het opnamescherm en van de op dat moment opgenomen
beelden kan verschillend zijn.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
•
Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van
deze ring dan op iets anders dan [A] om de diafragmawaarde van de lens te
gebruiken.
•
Sluitertijden korter dan 1/250 seconde zijn niet beschikbaar als een flitser tijdens
de opname gebruikt wordt. (
•
U kunt de bediening van de draaiknop aanpassen aan uw voorkeur:
[
]
[
(F/SS)] (
[Instellingen wieltje]:
•
Het opnamescherm kan een belichtingsmeter weergeven die het verband tussen
de diafragmawaarde en de sluitertijd aangeeft:
[
]
[
267)
]
[Constant preview] (
]
[Instellingen wieltje]
]
[Lichtmeter] (
[Constant preview]:
Sluitertijden voor flitsmodussen:
[Wieltje toewijzen (F/SS)]/[Draairichting
562)
[Lichtmeter]:
571)
265
565)
311)