6. Aandrijving / Sluiter / Beeldstabilisatie – Beeldstabilisator
Lensinformatie registreren, wijzigen en verwijderen
1
Druk op 34 om de lensinformatie te selecteren en druk vervolgens op [DISP.].
•
Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd, druk dan op
of
2
Druk op 34 om [Bewerken] of [Wissen] te selecteren en druk vervolgens op
of
•
De lensinformatie wordt verwijderd wanneer u [Wissen] selecteert.
•
U kunt de lensinformatie niet verwijderen voor een lens die wordt gebruikt.
3
Voer de lensinformatie in.
•
De lensinformatie verandert als de lensinformatie al is geregistreerd.
[Brandpuntsafst.]
Voer de brandpuntafstand in.
•
De live view beelden kunnen worden vergroot voor weergave wanneer u
roteert
[Lens naam]
Registreer de lens.
•
Voor informatie over het invoeren van lettertekens (
•
Er kunnen maximaal 30 tekens worden ingevoerd.
4
(Als lensinformatie wordt geselecteerd die niet is geregistreerd) Druk op [DISP.]
om de lensinformatie te registreren.
om door te gaan naar stap 3.
.
of
.
250
Tekens invoeren:
609)