Proceschemicaliën bijvullen en doseren
Neutralisatiemid-
del bijvullen
56
Neutralisatiemiddel
Om verkleuringen en corrosievlekken op de instrumenten te ver-
mijden (met name bij scharnierende delen), moet bij bepaalde pro-
gramma's tijdens het tussenspoelen neutralisatiemiddel worden ge-
doseerd.
Neutralisatiemiddelen (pH-instelling: zuur) neutraliseren daarnaast de
resten van alkalische reinigingsmiddelen die op het oppervlak van het
spoelgoed zijn achtergebleven.
Het neutralisatiemiddel wordt na de hoofdreiniging automatisch ge-
doseerd tijdens de programmafase
overzicht). Hiervoor moet het reservoir van het doseersysteem zijn
gevuld en ontlucht.
Open de lade van de zijkast.
Verwijder het reservoir met het neutralisatiemiddel (rode markering)
en zet het op de geopende deur of op een geschikte, eenvoudig te
reinigen ondergrond.
Trek het deksel van de jerrycan en verwijder de zuiglans. Leg de
zuiglans op de open deur van de spoelruimte.
Vervang het lege reservoir door een vol exemplaar.
Steek de zuiglans in de opening van het reservoir en druk de sluit-
dop omlaag totdat deze vastklikt. Let daarbij op de kleurcodering.
Pas de doseerlans aan de afmeting van het reservoir aan door deze
te verschuiven. De lans moet de bodem bereiken.
Verwijder eventueel gemorste reinigingsmiddelen.
Plaats het reservoir terug in de lade van de zijkast.
Sluit de lade. Er mogen geen slangen en kabels geknikt worden of
vastgeklemd raken.
Ten slotte moet het doseersysteem worden ontlucht (zie "Instel-
lingen /Ontluchting DOS").
Tussenspoelen
(zie programma-