Lekbakkit (EKHBDPCA2)
De lekbak is nodig om het verzamelde condenswater van de
binnenunit af te laten. Deze is nodig wanneer de binnenunit tot lage
temperaturen afkoelt en wanneer de aanvoerwatertemperatuur
<18°C bedraagt.
Om deze optie in de binnenunit te plaatsen, raadpleeg de
installatiehandleiding die met deze optiekit werd meegeleverd.
Verwarmingskit (EKBUH)
De als optie verkrijgbare verwarmingskit kan geplaatst worden om de
warmtepomp tijdens het verwarmen bij te staan of om als
hoofdverwarming te dienen wanneer zich een noodsituatie voordoet
4.2.2.
Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit
Binnenunit
RYYQ8~20
HXY080A7V1B
O
HXY125A7V1B
O
O =
toegestaan
X =
niet toegestaan
INFORMATIE
Voor meer informatie hierover, zie de combinatietabel voor
de VRV IV-warmtepompen in de technische specificaties.
De combinaties worden getoond in functie van de
systeemlay-out van de serie van VRV IV-warmtepompen.
5.
Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
5.1.
Overzicht: Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen
Deze richtlijnen geven een overzicht van de mogelijkheden van het
Daikin-warmtepompsysteem.
OPMERKING
De afbeeldingen in deze richtlijnen zijn alleen ter
informatie bedoeld en mogen NIET als dusdanig als
gedetailleerde hydraulische schema's of grafieken
gebruikt worden. De gedetailleerde hydraulische
maatvoeringen en het gedetailleerd hydraulisch in
evenwicht brengen worden hier NIET getoond; deze
maken deel uit van de verantwoordelijkheden van de
installateur.
Voor meer informatie over de configuratie-instellingen
om de werking van de warmtepomp te optimaliseren,
zie hoofdstuk Configuratie.
Dit hoofdstuk bevat richtlijnen om de volgende zaken in of op te stellen:
Het ruimteverwarming/koelingsysteem in/opstellen
Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
(1)
Voor meer informatie hierover, zie de handleiding van de verwarmingskit
"9. De optionele EKBUHAA(6V3/6W1)
op pagina
verwarmingskit installeren" op pagina 26
handleiding.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
Buitenunit
RYMQ
RXYQ
X
X
van deze
5.2.
Het ruimteverwarming/koelingsysteem in/opstellen
Het
Daikin-warmtepompsysteem
warmteafgevers in een of meerdere kamers.
Omdat het systeem de mogelijkheid biedt om de temperatuur in elke
kamer zeer soepel te regelen, is het nodig dat u eerst de volgende
vragen beantwoordt:
Hoeveel kamers worden er verwarmd (of gekoeld) door het
Daikin-warmtepompsysteem?
Welke soorten warmteafgevers gebruikt u in elke kamer en hoeveel
bedraagt hun aanvoertemperatuur waarvoor zij ontworpen werden?
(1)
.
Eens de vereisten inzake ruimteverwarming/koeling duidelijk zijn,
adviseert Daikin onderstaande in/opstellingsrichtlijnen te volgen.
5.2.1.
Enkele kamer
Vloerverwarming of warmtepompconvector – Kamerthermostaat
met draad
X
X
Opstelling
a
A
B
i
De
vloerverwarming
rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
De
kamertemperatuur
gebruikersinterface, die als kamerthermostaat gebruikt wordt.
Mogelijke installaties:
De gebruikersinterface (standaardapparatuur) is in de kamer
geplaatst en wordt als kamerthermostaat gebruikt
De gebruikersinterface (standaardapparatuur) wordt bij de
binnenunit geplaatst en als regelaar gebruikt dicht bij de
binnenunit + de gebruikersinterface (optionele apparatuur
EKRUAHT)
kamerthermostaat gebruikt
levert
c
e
C
b
j
A
B
i
f
g
d
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een enkele kamer
C Een enkele kamer
a Buiten-VRV IV-warmtepomp
b VRV-binnenunitcassette met rechtstreekse expansie (DX)
c HXY(080/125)
d Optionele EKRUAHT-gebruikersinterface (meester)
e Koelmiddelleidingen
f Waterleidingen
g Vloerverwarmingslus
h Ventilatorconvector
i Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
j Gebruikersinterface (slaaf)
of
warmtepompaansluiting
wordt
wordt
in
de
kamer
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
aanvoerwater
aan
f
h
d
wordt
geregeld
door
de
geplaatst
en
als
HXY080+125A7V1B
4P325971-1B – 2012.07