11.3.1. Met de gebruikersinterface werken
Met de gebruikersinterface kunt u uw installatie volledig controleren
en bedienen. Met de afstandsbediening kunt u alle verwarmings-
/koeltoepassingen regelen, variërend in capaciteit, elektrische
voeding en geïnstalleerde uitrusting (opties). Werken met de
HXY080/125-unit komt erop neer met de gebruikersinterface werken.
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd de met de unit geleverde
gebruikersinterface te gebruiken, die tevens dienst doet als
kamerthermostaat.
Hiermee voorkomt u overmatige ruimteverwarming/-
koeling en worden de buiten- en binnenunit stilgelegd
zodra de kamertemperatuur boven het instelpunt van de
thermostaat ligt. Op basis van het verzoek van de
gebruiker
is
er
compressorregeling die de prestaties optimaliseert.
Zie de voorbeelden van typische toepassingen in de
installatiehandleiding van de binnenunit voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de gebruikersinterface niet nat wordt.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
Druk nooit met een hard, scherp voorwerp op de
knoppen
van
gebruikersinterface kan daardoor beschadigd worden.
Inspecteer of repareer de gebruikersinterface nooit zelf,
maar laat dit over aan een bevoegd servicepersoon.
Spoel de binnenunit niet af. Dit kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Klim, zit of sta niet op de unit.
Plaats
geen
bovenplaat van de unit.
11.3.2. Naam en functie van knoppen en pictogrammen
8
5
6 22
7
9
12
10
21
20
31
26
24
27
25
y
1
AAN/UIT-KNOP
De AAN/UIT-knop start of stopt de ruimtekoeling/-verwarming.
Door te dikwijls achtereenvolgens op de AAN/UIT-knop te
drukken kan een storing in het systeem ontstaan (maximaal
20 keer per uur).
0
2
BEDRIJFS-LED
De bedrijfs-led brandt wanneer de ruimteverwarming/-koeling
werkt. De led knippert wanneer zich een storing voordoet.
Wanneer de led niet brandt, is de ruimteverwarming/-koeling niet
actief terwijl de andere bedrijfsmodi nog wel actief kunnen zijn.
PICTOGRAMMEN VOOR DE BEDRIJFSMODUS h, c
3
Deze pictogrammen geven de huidige bedrijfsmodus(-modi)
aan: verwarming (h) of koeling (c).
4
PICTOGRAM EXTERNE BEDIENING
Dit pictogram geeft aan dat de unit in gedwongen werking werkt.
Zolang dit pictogram verschijnt, kan de gebruikersinterface niet
worden gebruikt of biedt ze beperkte functies.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
28
onmiddellijke
feedback
naar
de
gebruikersinterface.
voorwerpen
of
uitrusting
15
3
16
2
1
19
11
13
e
5
DAG VAN DE WEEK-INDICATOR
Deze indicator geeft de dag van de week weer.
De indicator geeft de ingestelde dag weer wanneer u de
weektimer raadpleegt of programmeert.
6
KLOKWEERGAVE
Het klokdisplay geeft de huidige tijd weer.
Het klokdisplay geeft de actietijd weer wanneer u de weektimer
raadpleegt of programmeert.
7
WEEKTIMERPICTOGRAM
Dit pictogram geeft aan dat de weektimer ingeschakeld is.
8
ACTIEPICTOGRAMMEN
Deze pictogrammen geven de programmeeracties voor elke dag
van de weektimer aan.
9
UIT-PICTOGRAM
Dit pictogram geeft aan de UIT-actie is geselecteerd wanneer
de
u de weektimer programmeert.
10 INSPECTIE VEREIST
Deze pictogrammen geven aan dat een inspectie van de
installatie vereist is. Raadpleeg uw verdeler.
11
TEMPERATUURWEERGAVE
Op het display wordt de actuele temperatuur van de installatie
weergegeven
kamertemperatuur).
Wanneer u het instelpunt van de kamertemperatuur verandert,
knippert het instelpunt 5 seconden, waarna de actuele
De
kamertemperatuur weer wordt weergegeven.
12 INSTELLING
Dit pictogram verschijnt in de stand voor de lokale instellingen.
13 NIET BESCHIKBAAR
Dit pictogram verschijnt wanneer een niet-geïnstalleerde optie
wordt aangesproken of een functie niet beschikbaar is. Een niet
beschikbare functie kan wijzen op een te laag toegangsniveau
op
de
of kan betekenen dat een slave-gebruikersinterface wordt
gebruikt (zie de installatiehandleiding).
Werking AAN/UIT
De aanvoerwatertemperatuur instellen
Kamertemperatuur instellen
4
14
Werking weersafhankelijk instelpunt
AAN/UIT
17
Klok instellen
18
Weektimer programmeren
Werking weektimer AAN/UIT
Lokale instellingen
32
weergave code storing
Testen
23
30
= bruikbaar
29
14 PICTOGRAM ONTDOOI-/OPSTARTSTAND
28
Dit pictogram geeft aan dat de ontdooi-/opstartstand actief is.
15 COMPRESSORPICTOGRAM
Dit pictogram geeft aan de compressor in de buitenunit van het
systeem actief is.
16 POMPPICTOGRAM
Dit pictogram geeft aan dat de circulatiepomp actief is.
17 WEERGAVE BUITENTEMPERATUUR
Wanneer dit pictogram knippert, wordt de buitentemperatuur
weergegeven. Zie
pagina 32
18 PICTOGRAM WEERSAFHANKELIJK INSTELPUNT
Dit pictogram geeft aan dat de controller het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur aanpast.
1234567
8
p
Q
x
k
l
en
9
(aanvoerwatertemperatuur
$
n
Master
ç
é
u
"11.3.7. Stand temperatuuruitlezing" op
voor meer informatie.
automatisch
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
of
actuele
Gebruiker
niveau
niveau
Slave
2
3
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
d
a
op
basis
van
de
HXY080+125A7V1B
4P325971-1B – 2012.07