8.3.1.
Werkwijze
Ga als volgt te werk om één of meer lokale instellingen te wijzigen.
Houd de z-knop minstens 5 seconden ingedrukt om naar de
1
LOKALE INSTELSTAND te gaan.
Het pictogram $ (3) verschijnt dan. De huidige
geselecteerde lokale instelcode wordt weergegeven ; (2),
met rechts ervan de ingestelde waarde - (1).
Druk op de ébi-knop om de eerste code van de gepaste
2
lokale instelling te selecteren.
Druk op de ébj-knop om de tweede code van de gepaste
3
lokale instelling te selecteren.
Druk op de knoppen pfi en pfj om de ingestelde
4
waarde van de geselecteerde lokale instelling te wijzigen.
Sla de nieuwe waarde op door op de pr-knop te drukken.
5
6
Herhaal stap
2
tot en met
wijzigen wanneer nodig.
Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop z om de LOKALE
7
INSTELSTAND te verlaten.
INFORMATIE
Wijzigingen in een specifieke lokale instelling worden
pas opgeslagen wanneer op de pr-knop wordt
gedrukt. Door te navigeren naar een nieuwe lokale
instelcode of door te drukken op de z-knop wordt de
aangebrachte wijziging ongedaan gemaakt.
De lokale instellingen zijn volgens hun eerste lokale-
instellingcode gegroepeerd.
Voorbeeld: de lokale instellingen [0-00]; [0-01]; [0-02];
[0-03] worden bepaald als "Groep 0".
Indien meerdere waarden in de zelfde groep
gewijzigd worden, zullen alle wijzigingen binnen deze
groep bewaard worden door op de pr-knop te
drukken.
Let hierop wanneer u lokale instellingen binnen een
zelfde groep wijzigt en op de pr-knop druk.
INFORMATIE
Vooraleer de unit de fabriek verlaat, zijn de
instelwaarden ingesteld zoals aangegeven onder
"8.4. Lokale
installatiehandleiding" op pagina
Bij het verlaten van de LOKALE INSTELSTAND is het
mogelijk dat "88" op het lcd-scherm van de
gebruikersinterface verschijnt terwijl de unit zichzelf
initialiseert.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
18
4
om andere lokale instellingen te
instellingen
voor
22.
OPMERKING
Bij het doorlopen van de lokale instellingen zult u misschien
merken dat er meer lokale instellingen zijn dan in
"8.4. Lokale instellingen voor de installatiehandleiding" op
pagina 22
van toepassing en mogen niet worden veranderd!
8.3.2.
Gedetailleerde beschrijving
Raadpleeg
"8.4. Lokale instellingen voor de installatiehandleiding" op
pagina 22
voor een overzicht van alle lokale instellingen.
[0] De afstandsbediening instellen
[0-00] Gebruikertoegangsniveau
De gebruikersinterface kan worden geprogrammeerd om
bepaalde knoppen en functies niet toegankelijk te maken voor
de gebruiker. Er zijn 2 toegangsniveaus gedefinieerd. Beide
niveaus (niveau 2 en niveau 3) zijn in wezen hetzelfde – het
enige
verschil
watertemperatuurinstellingen mogelijk zijn (zie tabel hieronder).
Werking AAN/UIT
De aanvoerwatertemperatuur instellen
Kamertemperatuur instellen
Werking weersafhankelijk instelpunt
AAN/UIT
Klok instellen
Weektimer programmeren
Werking weektimer AAN/UIT
Lokale instellingen
weergave code storing
Testen
Standaard is geen niveau gedefinieerd en zijn alle knoppen en
functies bruikbaar.
Een lokale instelling bepaalt het eigenlijke gebruikersniveau.
Stel voor gebruikersniveau 2 de lokale instelling [0-00] in op 2 en
stel voor gebruikersniveau 3 de lokale instelling [0-00] in op 3.
Wanneer de lokale instelling is ingesteld, is het geselecteerde
gebruikersniveau
gebruikersniveau activeren doet u door gelijktijdig op de pi-
en pj-knop te drukken, onmiddellijk g evolgd door gelijktijdig
op de s- en ba-knop te drukken, en deze 4 knoppen
gedurende minstens 5 seconden ingedrukt te houden. Er
verschijnt geen aanduiding op de gebruikersinterface. Na de
procedure zijn de geblokkeerde knoppen niet meer beschikbaar.
Het geselecteerde gebruikersniveau deactiveren gebeurt op
dezelfde manier.
[0-01] Compensatiewaarde kamertemperatuur
Indien nodig kan een thermistorwaarde van de unit worden
aangepast met een correctiewaarde. Dit kan worden gebruikt als
tegenmaatregel
capaciteitsgebrek.
De gecompenseerde temperatuur (= gemeten temperatuur plus
compensatiewaarde) wordt dan gebruikt voor de regeling van
het systeem en wordt aangegeven in de temperatuur-
uitleesstand.
compensatie" op pagina 21
de temperatuur van het aanvoerwater.
[0-02] Niet bruikbare instelling
de
aangegeven. Deze lokale instellingen zijn niet
is
dat
voor
niveau 2
Bruikbaar
Bruikbaar
Bruikbaar
Bruikbaar
—
—
Bruikbaar
—
Bruikbaar
—
nog
niet
actief.
Het
voor
thermistortoleranties
Zie
ook
"[9] Automatische
voor de compensatiewaarden voor
Binnenunit voor VRV IV-Systeem
niveau 3
geen
Gebruiker
niveau 3
Bruikbaar
—
Bruikbaar
—
—
—
Bruikbaar
—
Bruikbaar
—
geselecteerde
of
een
temperatuur-
HXY080+125A7V1B
4P325971-1B – 2012.07