STORINGEN
(2/7)
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. Laat de auto echter wel zo spoedig mo-
gelijk door een merkdealer nakijken.
U schakelt de startmotor in
De controlelampjes op het instrumentenpaneel
gaan zwakker of niet branden, de startmotor
draait niet.
De motor wil niet starten.
Hoog stationair toerental bij stilstaande auto
en koude motor.
De stuurkolom blijft vergrendeld.
5.30
MOGELIJKE OORZAKEN
Accuklemmen niet goed vastgezet, los
of geoxydeerd.
Accu ontladen of defect.
De voorwaarden voor het starten zijn
niet vervuld.
Bij een benzinemotor is dit is meestal
geen storing. Het kan worden veroor-
zaakt door de stijgende temperatuur
van de motor.
Stuurwiel geblokkeerd.
WAT TE DOEN
Vastzetten, aansluiten of reinigen indien geoxy-
deerd.
Sluit een andere accu aan op de ontladen accu.
➥ 5.18 of vervang de accu indien nodig.
Duw de auto niet aan als de stuurkolom is ver-
grendeld.
➥ 2.2.
Het stationair toerental van de motor moet na on-
geveer een minuut zakken. Zo niet dan is er mo-
gelijk een andere oorzaak. Ga naar een merk-
dealer.
Zet het stuurslot vrij door het stuur en de sleutel
te draaien ➥ 2.2.