HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Noodstopbekrachtiging
Dit systeem is een aanvulling op het ABS dat
zorgt voor het verminderen van de remweg
van de auto.
Dit systeem registreert of er sprake is van
een noodsituatie wanneer het rempedaal
wordt ingedrukt. In zo'n noodsituatie ont-
wikkelt de rembekrachtiging zijn maximale
kracht en kan de regeling door het ABS in
werking komen.
Het ABS-remsysteem blijft werken zolang
het rempedaal ingedrukt is.
2.32
Oplichten van de alarmknipperlichten
Afhankelijk van de auto, kunnen deze bij
krachtig afremmen gaan branden.
Remanticipatie
Afhankelijk van de auto anticipeert het sys-
teem, als u snel het gaspedaal loslaat, op
het remmen om de remweg te verminderen.
Tijdens het gebruik van de snelheidsrege-
laar:
– als u het gaspedaal gebruikt, kan het sys-
teem in werking komen als u het pedaal
loslaat;
– als u het gaspedaal niet gebruikt, zal het
systeem niet in werking komen.
Bij een storing
Als het systeem een storing ontdekt, gaat
©
het waarschuwingslampje
instrumentenpaneel branden.
Raadpleeg een merkdealer.
(3/4)
Deze functies zijn extra hulp-
middelen in kritieke situaties
waarbij het rijgedrag van de
auto aangepast wordt.
Deze functies kunnen de taak van de
op het
bestuurder niet overnemen. De limieten
van de auto worden hiermee niet ver-
legd en vormen ook geen reden om
harder te gaan rijden. Deze functies
kunnen dus in geen geval de oplettend-
heid of de verantwoordelijkheid van de
bestuurder overnemen - de bestuurder
moet altijd alert zijn op plotselinge ge-
beurtenissen die zich tijdens het rijden
kunnen voordoen.