PARKEERHULP
(1/2)
De werking van het systeem
Ultrasoondetectoren die in de bumper van
de auto ingebouwd zijn, "meten" de afstand
tussen de auto en een obstakel.
Het parkeerhulpsysteem wordt ingescha-
keld wanneer u de auto in de achteruitver-
snelling schakelt.
Het parkeerhulpsysteem houdt geen reke-
ning met aanhang- of laadsystemen enz.
Deze meting vertaalt zich in geluidssignalen
waarvan de frequentie toeneemt naarmate
het obstakel dichterbij komt, totdat het een
continu geluid wordt wanneer het obstakel
ongeveer 20 à 30 cm van de auto verwijderd
is.
2.44
Bijzonderheden
Zorg ervoor dat de ultrasoondetectors niet
bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw, enz.).
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden.
Deze functie kan in geen enkel
geval de oplettendheid en ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder
vervangen bij het manoeuvreren.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede
blijven voor plotselinge gebeurtenissen
tijdens het rijden: let dus altijd op of er
zich bij het manoeuvreren geen kleine,
smalle obstakels (zoals een kind, dier,
kinderwagen, fiets, steen, paaltje, enz.)
in uw blinde hoek bevinden.
Werking
Als de achteruitversnelling wordt ingescha-
keld, klinkt er een geluidssignaal. De meeste
voorwerpen die zich op minder dan onge-
veer 1,20 meter van de achterkant van de
auto bevinden, worden gedetecteerd.