Namen en functies van het bedieningspaneel
6
7
6
5
4
1. Display
Dit is een touchscreen display dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u
door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren en informatie wordt gegeven
over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Pag. 38 "Het gebruik van
elke toepassing".
2. Aan/uit-indicatielampje
Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden wanneer u de aan/uit-schakelaar inschakelt. Wanneer het
apparaat in de slaapstand staat, knippert het Aan/uit lampje langzaam. In de Uitmodus fuseereenheid brandt
het Aan/uit indicatielapmje.
3. Statusindicatielampje
Hier kunt u de status van het systeem bekijken. Het lampje blijft branden wanneer er een fout optreedt of de
toner op raakt.
4. Indicatielampje Inkomende gegevens (fax- en printermodus)
Knippert wanneer het apparaat printopdrachten of LAN-faxdocumenten van een computer ontvangt. Zie
Faxen en afdrukken.
5. Indicatielampje fax
Geeft de toestand van de faxfuncties aan. Knippert tijdens gegevensverzending en -ontvangst. Blijft branden
bij het ontvangen van een fax via vertrouwelijke of vervangende ontvangst.
6. Mediasleuven
Gebruik deze om een SD-kaart of een USB-flashgeheugen aan te sluiten.
7. Indicatielampje mediatoegang
Gaat branden wanneer er een SD-kaart in de mediasleuf wordt geplaatst.
1
3
Namen en functies van het bedieningspaneel
2
DCH009
31