9. Papier en toner bijvullen
• Wilt u op OHP-transparanten afdrukken vanaf de computer, zie dan Pag. 129 "Dik papier,
dun papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel".
• Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHP-
transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
• Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
• Bij het plaatsen van etikettenpapier:
• Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
• Druk op [ ]en selecteer vervolgens de juiste papierdikte bij [Papiertype].
Dik papier
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over dik papier.
Wanneer u dik papier plaatst van 106 – 162 g/m
of papier van 106 – 162 g/m
onderstaande aanbevelingen om te voorkomen dat het papier vastloopt of de beeldkwaliteit minder
wordt.
• Sla al uw papier op in dezelfde omgeving, een ruimte met een temperatuur van 20 - 25°C (68 -
77°F) en een vochtigheidsgraad van 30 - 65%.
• Als u papier plaatst in de papierlade-eenheid moet u minstens 20 vellen plaatsen. Let er ook op
dat de zijwanden tegen de papierstapel aangeschoven zijn.
• Er kunnen papierstoringen optreden en het papier kan verkeerd worden ingevoerd wanneer u op
dikke gladde vellen afdrukt. Als u dergelijke problemen wilt voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
gladde vellen grondig worden uitgewaaierd voordat u ze plaatst. Als papier ook nadat u het
grondig uitgewaaierd heeft, blijft vastlopen of samen wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel
voor vel in de lade voor handinvoer.
• Wanneer u dik papier plaatst, stel dan de richting van het papier in volgens de korrelstructuur van
het papier aan de hand van onderstaande tabel.
Richting van de papierkorrel
136
2
(28 lb. bankpost – 90 lb. index) in de papierlade
2
(28 lb. bankpost – 90 lb. voor-/achterblad) in de handinvoer, volgt u
Papierladen
Niet
aanbevolen
Handinvoer