2.5
algemeen aanzicht van het apparaat
5.
1.
1.
Lastoorts
2.
Werkstukkabel met werkstukklem
3.
Hoofdschakelaar
4.
Netsnoer
5.
Aansluiting afstandsbediening
6.
Koppeling beschermgasslang
2.6
het maken van kabelaansluitingen
aansluiting op het lichtnet
Het apparaat is voorzien van een 3 meter lang netsnoer met stekker. Sluit het netsnoer aan op
het lichtnet. Het netsnoer en de elektrische stekker zijn al aan het apparaat bevestigd. Mocht u
een ander stekkertype nodig hebben, dan dient u deze stekker te laten aanbrengen door een
bevoegde elektromonteur.
De benodigde zekering is een trage 16A-zekering.
ATTENTIE!
Wanneer u een verlengsnoer gebruikt, moet de doorsnede daarvan minimaal even groot zijn als
die van het netsnoer van het apparaat (3 x 1,5 mm²). Wij adviseren u om een verlengsnoer van 3 x
2,5 mm² te gebruiken. De maximale lengte van het verlengsnoer bedraagt 100 meter.
Het minimale vermogen van een eenfasige machinegenerator is 5,6 kVA. Om het apparaat op vol
vermogen te kunnen gebruiken, wordt een vermogen van 8,0 kVA aanbevolen.
werkstukkabel
Sluit bij MMA-lassen de werkstukkabel aan op de negatieve pool, en bij TIG-lassen op de positieve
pool.
Reinig voordat u gaat lassen het oppervlak van het werkstuk en bevestig de werkstukklem aan het
werkstuk om een gesloten en storingsvrije laskring te maken.
Lastoorts (TiG)
De lastoorts levert het beschermgas en de energie voor de elektrische boog waarmee gelast wordt.
Als u de knop van de lastoorts indrukt, begint het beschermgas te stromen en wordt de boog
ontstoken. De TIG-toorts is verbonden met de negatieve pool.
© Kemppi Oy / 1336
3.
4.
6.
2.
NL
5