5.
FouTcodes
Het apparaat doet bij het opstarten altijd een zelftest en rapporteert alle gedetecteerde fouten. Als
tijdens het opstarten fouten gedetecteerd worden, worden deze weergegeven als foutcodes op
het bedieningspaneel.
Fout 2: voeding levert te lage spanning
Het apparaat is gestopt omdat het onderspanning op het lichtnet heeft gedetecteerd waardoor
het lassen gestoord wordt. Controleer de kwaliteit van het elektriciteitsnet.
Fout 3: voeding levert te hoge spanning
Het apparaat heeft het lassen onderbroken omdat het tijdelijke spanningspieken of een continue
overspanning in het electriciteitsnet heeft gedetecteerd die gevaarlijk kan zijn voor het apparaat in
het elektrische netwerk. Controleer de kwaliteit van het elektriciteitsnet.
Fout 4: oververhitting voeding
De voeding is oververhit geraakt. De oorzaak kan worden gezocht in een van de volgende punten:
• De voeding is lange tijd op maximaal vermogen gebruikt.
• De stroming van koellucht naar de voeding is geblokkeerd.
• Er is een storing opgetreden in het koelsysteem.
Verwijder elk obstakel uit de luchtcirculatie en wacht totdat de ventilator van de voeding het
apparaat heeft kunnen afkoelen.
andere foutcodes:
Het apparaat kan codes melden die hier niet worden genoemd. Als er een niet-vermelde
code gemeld wordt, neem dan contact op met een geautoriseerd Kemppi-dealer en noem de
desbetreffende code.
5.1
problemen verhelpen
Probleem
Het signaallampje van
de hoofdschakelaar licht
niet op.
Slecht lasresultaat.
NL
Het oververhittings-
signaallampje brandt.
Wanneer de storing van het apparaat zich niet laat verhelpen met de bovenstaande maatregelen,
kunt u contact opnemen met de serviceafdeling van Kemppi.
14
MinarcTig Evo 200, 200MLP
Oorzaak
• Geen stroomvoorziening aangesloten op het apparaat
• Controleer de zekeringen van het lichtnet.
• Controleer het netsnoer en de stekker.
Verschillende factoren beïnvloeden de laskwaliteit.
• Zorg ervoor dat de geselecteerde lasstroom adequaat is voor het geselecteerde elektrodetype
en -formaat.
• Zorg ervoor dat de kabels correct en stevig aangesloten zijn.
• Controleer of het juiste lasproces geselecteerd is.
• Controleer of het bevestigingspunt voor de werkstukklem schoon is en de kabel en klem niet
beschadigd zijn.
• Controleer bij TIG-lassen of de beschermgasstroom ingeschakeld en correct ingesteld is.
Een slechte ontsteking en boogkwaliteit bij TIG-lassen kan het gevolg zijn van een slecht
voorbereide wolfraamelektrode. Slijp en handhaaf altijd een punt aan de elektrode van de TIG-
toorts voordat u gaat lassen.
Gewoonlijk geeft dit aan dat het apparaat de maximaal toegelaten bedrijfstemperatuur bereikt
heeft. De thermostaat is geactiveerd en heeft de lasstroom uitgeschakeld. Laat het apparaat
afkoelen. Het apparaat zal zich automatisch resetten, waarna het lassen hervat kan worden.
• Zorg dat de koellucht ongehinderd kan stromen.
• Wanneer de inschakelduur van het apparaat overschreden is, moet u wachten tot het
signaallampje uitgaat.
Onder bepaalde omstandigheden kan dit lampje ook variaties in de netspanning aangeven.
Te lage of te hoge voedingsspanning.