ADMINISTRATOR-MENU
Wijzig PIN code
Vraag PIN
UIT, StartUp, Menu
4.5
Boogspanningsweergave
FastMig X kan de spanning dicht bij de lasboog meten en weergeven. Dankzij deze functie
hoeft u zich geen zorgen meer te maken over de spanningsverliezen in laskabels. Met deze
functie hoeft u alleen de spanning voor de boog in te stellen voordat u begint met lassen. Na
het lassen ziet u de spanning dicht bij de boog.
Voer de volgende stappen uit om de boogspanningsfunctie te gebruiken:
1.
Wanneer u de lasapparatuur voor de eerste keer hebt opgezet, sluit u de
voltagemetingskabel aan op het werkstuk en de meetkabel tussen de draadaanvoerunit
en de stroombron.
2.
Als u een tussenaanvoerunit gebruikt, voert u de lengte daarvan in de parameter
SubFeederLength in.
3.
Stel de lasparameters in aan de hand van de toepassing. Let op: bij de lasprocessen
1-MIG, MIG en WiseThin+ verwijst de ingestelde spanning altijd naar de spanning in de
boog, ongeacht de ArcVoltage-instelling.
4.
Las ten minste vijf seconden lang met 1-MIG, MIG of Pulse MIG. Tijdens die periode
kalibreert het lasapparaat zichzelf voor de desbetreffende laskabellengte. De
kalibratiewaarden worden opgeslagen in het lasapparaat, dus deze kalibratie is slechts
eenmaal nodig nadat het lasapparaatpakket is geïnstalleerd.
5.
Als u tijdens en na het lassen de boogspanning wilt zien op de panelen, stel de
ArcVoltage-instelling dan in op AAN. Een stip na de spanningswaarde op het XF 37- of
XF 38-paneel betekent dat de weergegeven waarde de boogspanning is. De aanduiding
'AVol' in de lasdata op het X 37-paneel na het lassen duidt ook op de boogspanning.
6.
Na de kalibratieprocedure kan de voltagemetingskabel worden verwijderd, maar het is
aan te bevelen om de kabel altijd te gebruiken.
Stappen 1-3 moeten telkens worden herhaald wanneer de lengte van de las- of
OPMERKING!
werkstukkabel wordt gewijzigd.
© Kemppi Oy / 1520
Fabrieks-PIN-code is 0000
Wijziging administrator pincode.
Fabrieksinstelling is UIT
Selectie PIN-codeverzoek
UIT: geen PIN-codeverzoek.
Start: functiepaneel X 37 vraagt altijd naar
de PIN-code wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld. Draadaanvoerunitpaneel XF 37 (of
XF 38) wordt hierdoor niet gewijzigd en werkt
altijd zonder PIN.
Menu: functiepaneel X 37 vraagt altijd om
de PIN-code wanneer de MENU-toets wordt
ingedrukt en wanneer het scherm zich in
de kanaalinfomodus (in het opstartscherm)
bevindt. PIN-codeverzoek wordt slechts eenmaal
gedaan, bij het openen van het menu. Hierna
kan de menutoets worden ingedrukt zonder
PIN-verzoek.
NL
21