Inhoudsopgave
Advertenties
Gasvoorstroom
Gasnastroom
Bedienen *
Herken afst.bed
NL
Mig stroomdisp
DrMotorwaarsch
Dr. Eind nivo
Draaddoorvoer
Gas bewaking
ArcVoltage
SubFeederLength
* Wanneer u bij MMA/CC/CV-lassen een afstandsbediening op de stroombron aansluit, hoeft u
deze instelling niet te wijzigen. De afstandsbediening wordt automatisch herkend wanneer de
optie GEBR. is geselecteerd (standaard) en Herken afst.bed=AAN.
20
FastMig X 350, X 450
0,0...9,9 s, CURVE.
Stap: 0,1
Fabrieksinstelling is
CURVE
0,0...9,9 s, CURVE.
Stap: 0,1
Fabrieksinstelling is
CURVE
GEBR. / PANEEL /
Fabrieksinstelling is GEBR. Deze instelling betreft de afstandsbediening van
AFSTANDSBEDIENING
/ PISTOOL.
AAN, UIT.
Fabrieksinstelling is AAN
AAN, UIT
Fabrieksinstelling is UIT
1,5...5,0 A
Fabrieksinstelling is 3,5 A
AAN, UIT
Fabrieksinstelling is UIT
AAN, UIT
Fabrieksinstelling is AAN
AAN, UIT
Fabrieksinstelling is UIT
AAN, UIT
Fabrieksinstelling is UIT
10...25 m
Fabrieksinstelling is 10 m
CURVE: De voorgastijd wordt gelezen uit het
lasprogramma.
0,0 – 9,9 s: voorgastijdinstelling gebruiker.
CURVE: De nagastijd wordt gelezen uit het
lasprogramma.
0,0 – 9,9 s: nagastijdinstelling gebruiker.
het functiepaneel XF 37 (of XF 38).
GEBR.: De gebruiker kan de afstandsbediening
op het XF 37-paneel selecteren
Paneel: Selectie is vergrendeld op PANEEL en
de gebruiker kan de afstandsbediening niet
selecteren op het XF 37-paneel.
Afst.bediening: Selectie is beperkt tot
handafstandsbediening.
Pistool: Selectie is beperkt tot
PISTOOLAFSTANDSBEDIENING.
Automatische herkenning van
afstandsbedieningen.
AAN: afstandsbedieningen worden herkend.
Draadaanvoerpaneel XF 37 (of XF 38) verspringt
naar de selectie PANEEL als de geselecteerde
afstandsbediening verdwijnt.
UIT: afstandsbedieningen worden niet herkend.
De afstandsbediening-selectie blijft ongewijzigd
als de geselecteerde afstandsbediening
verdwijnt.
AAN: geeft vooraf ingestelde ampèragewaarden
(A) weer UIT: geeft de draadaanvoersnelheid
(m/min.) weer.
Het alarmniveau van de
draadaanvoermotorstroom. Controleer/
onderhoud het draadaanvoermechanisme,
afstel- en pistoolcomponenten.
AAN: Extra draadaanvoer aan het einde van de
lascyclus.
UIT: lasdraad blijft statisch aan het einde van de
lascyclus.
Automatische SuperSnake Wire Inch-functie. Als
deze functie AAN is, duwt de Wire Inch-toets de
lasdraad automatisch naar SuperSnake.
Schakelt de gasbewaking in en uit, mits
geïnstalleerd.
Gemeten en berekende boogspanning. Deze
moet zijn gekalibreerd met behulp van de
voltagemetingskabel.
In de stand AAN geven het laspaneel en de
tussenaanvoereenheid/R30 de boogspanning
weer in de spanningsweergave.
Lengteselectie tussenaanvoereenheid voor
berekening boogspanning.
Advertenties
Inhoudsopgave
