Inhoudsopgave
Advertenties
Dynamiek
Pulsstroom
DPulsAmp
DPulsFreq
WISEROOT+
Dr.snelh
Snelh max
NL
Snelh min
Fijnstellen
Fijnstell.max
Fijnstell.min
* Verschillende lasprogramma's kunnen het waardenbereik verder inperken.
WISETHIN+
Dr.snelh
Snelh max
Snelh min
Fijnstellen
Fijnstell.max
Fijnstell.min
Dynamiek
16
FastMig X 350, X 450
-9...+9
Fabrieksinstelling
is 0
-10...+15%
Fabrieksinstelling
is 0%
0,1...3,0 m/min.
Fabrieksinstelling is
CURVE
0,4...8,0 Hz
Fabrieksinstelling is
CURVE
1,5...8,0 m/min. *
-9,0 ... +9,0
Fabrieksinstelling is
0,0 (= curvepunt)
-9,0 ... +9,0
Stap: 0,5
-9,0 ... +9,0
Stap: 0,5
0,7...25 m/min. *
-9,0 ... +9,0
Fabrieksinstelling is
0,0 (= curvepunt)
-9,0 ... +9,0
Stap: 0,5
-9,0 ... +9,0
Stap: 0,5
-9...+9
Fabrieksinstelling
is 0
Regelt het kortsluitgedrag van de boog. Hoe lager de
waarde, hoe zachter de boog. Hoe hoger de waarde, hoe
ruwer de boog.
Verlaagt (-) of verhoogt (+) de pulsstroom van de curve
Afstelling van de amplitude van de draadaanvoersnelheid
in stappen van 0,1. Waarde afkomstig uit lasprogramma.
Afstelling van de frequentie van de dubbelpuls in stappen
van 0,1. Waarde afkomstig uit lasprogramma.
Instelling van de draadaanvoersnelheid.
Verandert in stappen van 0,05 als draadaanvoersnelheid
< 5 m/min. en in stappen van 0,1 als
draadaanvoersnelheid > 5 m/min.
Instelling van de limiet voor maximale
draadaanvoersnelheid
Instelling van de limiet voor minimale
draadaanvoersnelheid
Afstelling van de basisstroom van de curve (boogwarmte)
binnen bepaalde grenzen.
Instelling van de limiet voor maximale boogwarmte
Instelling van de limiet voor minimale boogwarmte
Instelling van de draadaanvoersnelheid.
Verandert in stappen van 0,05 als draadaanvoersnelheid
< 5 m/min. en in stappen van 0,1 als
draadaanvoersnelheid > 5 m/min.
Instelling van de limiet voor maximale
draadaanvoersnelheid
Instelling van de limiet voor minimale
draadaanvoersnelheid
Afstelling van het boogvoltage van de curve (booglengte)
binnen bepaalde grenzen
Instelling van de limiet voor maximale booglengte
Instelling van de limiet voor minimale booglengte
Regelt het kortsluitgedrag van de boog. Hoe lager de
waarde, hoe zachter de boog. Hoe hoger de waarde, hoe
ruwer de boog.
Advertenties
Inhoudsopgave
