Onderhoud motor
Onderhoud van het luchtfilter
• Controleer de luchtfilterbehuizing op schade
die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de
luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is.
Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken,
beschadiging of losse slangklemmen.
• Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt
als de onderhoudsindicator dit aangeeft, of om
de 400 uur (vaker in uiterst stoffige of vuile
omstandigheden). Als u het luchtfilter vervangt
voordat dit nodig is, wordt alleen maar de kans
vergroot dat er vuil in de motor komt als het filter
wordt verwijderd.
• Zorg ervoor dat het deksel goed vastzit en de
luchtfilterbehuizing helemaal afsluit.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
1. Trek de vergrendeling naar buiten en draai het
luchtfilterdeksel linksom (Figuur 46).
2. Verwijder het deksel van de luchtfilterbehuizing.
Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone en
droge perslucht onder lage druk (276 kPa [40 psi])
grote hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat
tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus
zit. Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat
hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan
worden geblazen. Deze reiniging voorkomt dat er
rommel in de inlaat terechtkomt als het voorfilter
wordt verwijderd.
1. Luchtfilterindicator
2. Sluiting van luchtfilter
3. Verwijder het voorfilter (Figuur 47). Het wordt
afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat
dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia.
Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd
element mag niet worden gebruikt. Verwijder het
veiligheidsfilter niet (Figuur 48).
1. Voorfilter van luchtfilter
38
Figuur 46
3. Luchtfilterdeksel
Figuur 47