Figuur 22
1. Verbinding van demper
Figuur 23
Glijders afstellen
De glijders moeten in de laagste stand worden
gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
Om de glijders af te stellen, moet u de flensbout en de
moeren verwijderen. Vervolgens zet u de glijders in de
gewenste stand en monteert u de bevestigingen weer
(Figuur 24).
1. Glijder
Rollen van maaidek afstellen
De rollen van het maaidek moeten in de laagste stand
worden gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij
een maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
1. Verwijder de bout en de moer waarmee het maatwiel
is bevestigd aan de beugels van het maaidek
(Figuur 25).
1. Maatwiel
2. Houd de rol en het afstandsstuk recht voor de
bovenste openingen in de beugels en zet deze vast
met de bout en de moer.
Ongelijke meshoogten corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities en de
instellingen van het tegengewicht van de tractie-eenheid,
verdient het aanbeveling een deel van gazon te maaien
en het uiterlijk ervan controleren voordat u het gazon
echt gaat maaien.
1. Stel elk maaidek in op de gewenste maaihoogte; zie
tabel voor Maaihoogte instellen in , bladz. .
2. Controleer of de voor- en achterbanden een
spanning van 172-207 kPa (25-30 psi) hebben.
26
Figuur 24
Figuur 25