2.1.2
De perimeterdraad aanleggen
De perimeterdraad wordt in de grond gehouden met de draadpinnen
❍
die met de Robomow worden geleverd. Sla de pinnen elke paar meter
en in de hoeken in de grond.
In dit vroege stadium wordt een minimaal aantal pinnen vastgesteld.
Later, na het testen van de installatie van de draad, kunt u alle pinnen
die nodig zijn in de grond slaan.
Blijf de draad, overeenkomstig de planning, aanleggen.
❍
De draad wordt geleidelijk uit de houder getrokken en losjes in een
linksomkerende richting neergelegd.
Na het strak en recht trekken van de draad, en voor het invoeren van
❍
de draadpinnen, moet u de Roboliniaal gebruiken om de afstand van
de draad tot de rand van het gazon of tot het obstakel te bepalen.
Indien het buitengebied grenst aan het gazon...
Vrij van obstakels.
Lager dan het gazon
(OF ongeveer dezelfde hoogte).
(bijv. voetpad op hetzelfde niveau, bloe-
menbed)
Met een obstakel
Of, is hoger dan de draad
(bijv. muur, hek).
2.2
Perimeterdraad installatie - Speciale gevallen
2.2.1
Perimetereilanden
Blijf de draad uittrekken, van de rand naar het obstakel.
Gebruik de "korte afstand" van de Roboliniaal om de perimeter rond het
obstakel vast te pinnen, zoals in de tekening getoond (rechtsdraaiende
richting).
2 draden onder
dezelfde pin
Perimeterdraad
Richting van installatie: rechtsdraaiende
richting rond het obstakel
Afstand van de rand tot de draad
Korte afstand
(30 cm)
Lange afstand
(45 cm)
Plaats van perimeterdraad
worden ze gezamenlijk als één eiland afgebakend.
Hoofdstuk 2-3
Installatie van basisstation en perimeterdraad
Gebied buiten de perimeter - hetzelfde
basisniveau en zonder obstakels.
Gebied buiten de perimeter -
heeft een muur als obstakel.
Perimeterschakelaar
Minimale afstand tussen eilanden: 1 m , anders
Korte afstand
Lange afstand