7 Inbedrijfstelling
Afb.53
Afb.54
1
MW-2000964-02
52
7.4.4
1. Controleer de positie van de ontstekingselektroden.
7.4.5
Controleer de verbranding door het O
rookgasafvoer.
Om meetfouten te voorkomen moet de route die de
verbrandingsproducten volgen tussen de ketelbuis en de schoorsteen
lekdicht zijn.
2
De ketel moet minstens 5 minuten werken als de ketel al op temperatuur
is en minstens 10 minuten als de ketel koud is.
1. Schroef de dop in het rookgasmeetpunt los.
2. Sluit de rookgasanalyser zodanig aan, dat de opening rond de sensor
3. Meet het O
Positie van de ontstekingselektroden afstellen
Aantal ringen vermenig
vuldigd met de ringdik
te.
(1)
(D)
C
Sproeier
(1) Het aantal ringen geldt als richtlijn en kan variëren door de verschillen
de fabricagetoleranties.
Instellen van de brander
tijdens de meting goed is afgedicht.
-percentage (CO
2
Belangrijk
Voor installaties op hoogte (boven 2000 m) en/of met een lange
rookgasafvoer, verminder de pompdruk als de luchtklep volledig
open staat (positie 150), om het brandervermogen te beperken en
het gewenste O
(CO
) niveau te verkrijgen.
2
2
+/- 1mm
MW-6000614-2
Eenheid
HC 3-40 I
mm
1x1 + 1x3
mm
2
Danfoss
0,65--80° S
-percentage (CO
) te meten in de
2
2
) van de rookgassen.
2
7748919 - v01 - 28012020
HC 3-50 I
2x1 + 1x3
2,5
Danfoss
0,85–80° SFD