Afb.36
7
MW-2001085-1
6.5
Montage
6.6
Wateraansluitingen
7748919 - v01 - 28012020
7. Zet de ketel waterpas met behulp van de verstelbare poten.
(1)
Verstelbare poten
Fabrieksinstelling: 30 mm - verstelbereik: 20 tot 40 mm
7
(1)
Houd u aan de volgende montagevolgorde, al naar gelang de configuratie
van de installatie:
1. Zet de sanitair-warmwaterboiler op zijn plaats.
2. Monteer de ketelset volgens de specifieke installatiehandleiding.
3. Zet de verwarmingsketel op zijn plaats.
4. Breng de aansluitset voor de ketel / sanitair-warmwaterboiler op zijn
plaats.
6.6.1
Verwarmingscircuit aansluiten
Spoel het verwarmingscircuit door om alle deeltjes te verwijderen die
bepaalde onderdelen zouden kunnen beschadigen zoals
veiligheidskleppen, pompen, kranen, enz.
Bij oudere verwarmingsinstallaties wordt het plaatsen van een slibcollector
(met magnetische stang) geadviseerd in de verwarmingsretour bij de
ketelinlaat.
Opgelet
Er mogen geen volledig of gedeeltelijk afsluitende toestellen zijn
geïnstalleerd tussen de ketel en de veiligheidskleppen.
Opgelet
De verwarmingsinstallatie moet zo ontworpen en gerealiseerd zijn
dat er geen water of andere daaraan toegevoegde producten
kunnen terugvloeien uit de verwarmingscircuits naar het
drinkwaternet. Er moet een terugstroombeveiliging worden
geïnstalleerd voor het vullen van de verwarmingscircuit conform
de geldende reglementering.
Opgelet
In installaties met thermostatische beveiliging mogen alleen
veiligheidskleppen met de vermelding "H" aangesloten worden en
uitsluitend op de vertrekleiding van de verwarmingsketel. De
afvoercapaciteit ervan moet overeenkomen met het maximale
nominale debiet van de verwarmingsketel.
6 Installatie
37