Toesporing van de voorwielen
Onderhoudsinterval/Specificatie
Een correcte toesporing van de voorwielen is
belangrijk. Bij ongelijkmatige bandenslijtage,
beschadiging van de graszode of zwaar sturen kan
afstelling nodig zijn. Controleer de toesporing na elke
100 bedrijfsuren of eenmaal per jaar, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden (fig. 32).
Specificatie: 3,5-6,5 mm (1/8-1/4") toesporing van de
voorwielen.
Toesporing meten
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
op "OFF" draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutel.
2.
Voorwielen aan de voorkant naar buiten drukken,
om de normale speling in de ophanging weg te
nemen.
3.
Meet de afstand tussen de velgen ter hoogte van
de assen aan de voor- en achterzijde van de
wielen (fig. 32).
4.
De afmeting aan de voorkant moet kleiner zijn
dan die aan de achterkant, volgens de
specificatie.
Figuur 32
1. Hier meten
2. Vlakke delen
kruiskoppeling
Onderhoud
1
4
3
1261
2
3. Contramoer
4. Stuurstang
35