Aftakas inschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de tractor te stoppen.
2.
Trek de aftakasknop uit in de stand "AAN"
(fig. 7).
1
Figuur 7
1. Uit - aftakas uitgeschakeld
Aftakas uitschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de tractor te stoppen.
2.
Druk de aftakasknop in, in de stand "UIT"
(fig. 7).
Het veiligheidssysteem
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te
zorgen dat de motor alleen kan worden gestart als:
U op de bestuurdersstoel zit
Het rempedaal ingetrapt is
De aftakasknop UIT staat
Het hydrostatische rijpedaal is in neutrale stand.
Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te
zorgen dat de motor stopt als:
u opstaat van de stoel en het rempedaal loslaat.
2
1206
2. Aan - aftakas
ingeschakeld
u opstaat van de stoel als de aftakas ingeschakeld
is of de rijsnelheidshendel niet in "N" (neutraal)
staat.
Beweeg het hydrostatische rijpedaal uit de
neutrale stand wanneer de parkeerrem in werking
is gesteld.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de aftakas
wordt uitgeschakeld als:
U in de achteruit schakelt met ingeschakelde
aftakas.
Werken in de achteruit
Er is een beveiliging ingebouwd die voorkomt dat de
aftakas kan worden ingeschakeld terwijl de tractor
achteruit rijdt. Als de tractor in de achteruit wordt
geschakeld terwijl de maaier of een ander door de
aftakas aangedreven werktuig ingeschakeld is, stopt
de aftakas.
Maai nooit terwijl u achteruit rijdt, tenzij dat
absoluut noodzakelijk is. Als u in de achteruit moet
maaien of andere door de aftakas aangedreven
werktuigen moet gebruiken (sneeuwruimer,
grondwerktuig), kan de beveiliging
werktuig-niet-in-achteruit tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Voordat u de beveiliging uitschakelt, moet u zich
ervan verzekeren dat zich geen kinderen op of in de
nabijheid van het werkterrein bevinden of daar zullen
komen terwijl u maait of een ander werktuig gebruikt.
Let extra goed op nadat u de beveiliging hebt
uitgeschakeld, omdat u door het geluid van de tractor
waarschijnlijk niet merkt wanneer een kind of
omstander het werkterrein betreedt.
Als u zeker weet dat u veilig in de achteruit kunt
maaien of een ander werktuig gebruiken, schakelt u
de beveiliging werktuig-niet-in-achteruit uit via de
keuzeschakelaar (fig. 8) aan de stoelophanging aan de
rechterkant, net onder de zitting, nadat u de
maaikoppeling (aftakas) ingeschakeld hebt. Een rood
lampje op het voorste bedieningspaneel (fig. 9) licht
op, om u erop te wijzen dat de beveiliging
werktuig-niet-in-achteruit uitgeschakeld is. Nadat u
Gebruiksaanwijzing
17