De tabel die volgt bevat enkele types CAN BUS kabel die gegroepeerd zijn op basis van
de maximumafstand die ieder type kan overbruggen.
Tabel 5�2 – Type CAN BUS kabels
naaM KaBeL
honeywell sds 1620
BELDEN 3086A
TURCK type 530
devicenet Mid Cable
TURCK type 5711
honeywell sds 2022
TURCK type 531
Voorbeeld type kabels voor aansluiting op een CAN netwerk
Voor een te overbruggen afstand van ≤200 m en een netwerk met max. 4 knopen kan
een enkelvoudig afgeschermde kabel van 3x0,75 mm worden gebruikt.
Zoals aangegeven in tabel 5.2 Type CAN BUS kabels → 42, is voor de CAN-aansluiting
een CAN BUS kabel met 3 draden vereist. Indien de beschikbare kabel meer dan drie
gekleurde draden bevat, gebruikt u de draden met de kleuren die worden vermeld in 5.2
Type CAN BUS kabels → 42 en knipt u de overige draden af.
een Can Bus kabel aansluiten op het toestel
De CAN BUS kabel wordt aangesloten op de speciale connector op de S61 print in het
toestel, zoals hierna aangeduid (zie Figuur 5.11 Aansluiten van de CAN BUS kabel → 42).
Figuur 5�11 – Aansluiten van de CAN BUS kabel
D
Aansluiten van de CAN BUS kabel op de S61 print (tussenknoop)
Controleer of er geen spanning op het toestel staat, voordat er werkzaamheden aan het
elektrische paneel worden uitgevoerd.
1.
2.
42
sIgnaLen / KLeuR
H= ZWART
L= WIT
H= BLAUW
L= WIT
H= ZWART
L= WIT
E
Snijd een stuk kabel af van voldoende lengte, zodat het op de connector aangeslo-
ten kan worden zonder dat de kabel ergens knikt.
Verwijder de mantel over een lengte van circa 70-80 mm, voorkom daarbij bescha-
digingen aan de afscherming (metalen kous en/of aluminiumfolie) en de draden
binnenin de kabel.
MaX LengTe
GND= BRUIN
450 m
GND= ZWART
450 m
GND= BRUIN
200 m
B
A
C
opmerking
In alle gevallen mag de vierde stroomdraad niet
gebruikt worden
Legenda
A
Isolatietape
B
Afscherming van de CAN BUS-kabel
C
Kabelbeugel
D
Connector voor CAN BUS
E
Draden (6) van de CAN BUS-kabel
(tussenknoop)
A