PARAMETERS GEBRUIKER P
P1 - BASIS INSTELLINGEN
Para-
Parameternaam
meter
P1.1
Afronden
temperatuur
Automatische
P1.2
instelling van de
klok op zomer-/
wintertijd
P1.4
Geluidssignalen
Gevoeligheid van
P1.6
'Help'-toets
P1.7
Aut. omschakeling
zomer/winter
P1.8
Gemiddelde
buitentemperatuur
voor omschakeling
zomer/winter
P1.9
Buitentemp. voor
inschakelen van de
vorstbeveiliging
P1.10 Vereiste kamer-
temperatuur voor
vorstbescherming
P1.13
Compensatie van
invloed van het
gebouw op de
temperatuur van de
buitensensor
Instructies voor service-instellingen
Parameterbeschrijving
U stelt de nauwkeurigheid van
de weergegeven temperaturen
in.
Met behulp van een kalender,
voert de regelaar de
automatische overgang tussen
zomer- en wintertijd uit.
Door dit veld in te stellen,
bepaalt u de geluidssignalen van
de regelaar.
Deze instelling bepaalt de
gevoeligheid van de 'Help'-toets.
Automatische uitschakeling
van de verwarming in
overeenkomstig het gemiddelde
eendaagse buitentemperatuur.
Instelling van de gemiddelde
eendaagse buitentemperatuur
waarbij de verwarming zou
moeten worden uitgeschakeld.
De instelling van de
buitentemperatuur waarbij de
vorstbescherming geactiveerd
wordt.
Instelling van de
kamertemperatuur wanneer de
verwarming uitgeschakeld is.
Door het instellen wordt het
invloed van warmteoverdracht
door de buitenmuren van het
verwarmde gebouw op de
temperatuur van de
buitensensor gecompenseerd.
Instelling
Standaard
bereik
waarde
- 0.1 °C
0,5 °C
- 0.2 °C
- 0.5 °C
- 1 °C
- Nee
Ja
- Ja
- Uit
1
- Toetsen
- Fouten
- Toetsen en
fouten
0–100%
40%
- Nee
Ja
- Ja
10 ÷ 30 °C
18
-30 ÷ 10 °C
2
2 ÷ 12 °C
6
-5.0 ÷ 0.0 °C -2,0
NL
35