5.8 Laadstappen
1. Parkeer de truck volgens de voorschriften bij de
laadpaal en schakel de sleutelschakelaar uit, d.w.z.
schakel de truck uit.
2. Schakel de hoofdschakelaar van de ingang van
de lader uit, zorg ervoor dat de
noodstopschakelaar is losgekoppeld, de lader
start automatisch, het stroomindicatielampje gaat
branden en de displayinterface wordt automatisch
weergegeven.
3. Druk de knopgesp in en laat hem los om de
oplader eruit te halen. Controleer de lader om er
zeker van te zijn dat er geen water of vreemde
voorwerpen in elke poort zitten en dat de metalen
aansluitingen niet beschadigd zijn of aangetast
door roest of corrosie.
4. Open respectievelijk de laadpoorten op de
vorkheftruck en het laaddeksel van de batterijen.
Controleer de lithium-ionbatterijlaadaansluiting
Hoofdschak
elaar ingang
Noodstopsc
hakelaar
Displayinter
face
65
om er zeker van te zijn dat er zich geen water of
vreemde voorwerpen in elke poort bevinden en
dat de metalen polen niet beschadigd zijn of
aangetast door roest of corrosie.
5. Sluit de oplader aan op de oplaadaansluiting
van de lithium-ionbatterij, de oplader controleert
automatisch en communiceert met de
lithium-ion-batterij; als het hele systeem foutvrij is,
wordt na ongeveer 15 seconden het interne relais
van de oplader geactiveerd en begint het opladen.
Op dat moment brandt het oplaadindicatielampje
en worden de laadspanning, laadstroom, laadtijd
en informatie over de laadfout weergegeven op
het aanraakscherm.
6. Als de lithium-ionbatterij volledig is opgeladen,
stopt de oplader automatisch met opladen en op
dat
moment
is
uitgangsstroom op het aanraakscherm 0. Druk op
de pauzetoets en ontgrendel dan het laadpistool
en trek het er tegelijkertijd uit. Als het nodig is om
het opladen van de lithium-ionbatterij te stoppen
de
uitgangsspanning
en