parkeerrem " " is uit).
–
Gebruik de richtingsschakelaar om de
rijrichting te selecteren.
–
Bedien de hefschakelaar om de vorken
150 mm tot 200 mm boven de grond te
heffen.
–
Bedien de kantelschakelaar om de mast
tot aan zijn limiet naar achteren te laten
kantelen.
–
Het gaspedaal intrappen. De bestuurder
kan de werksnelheid aanpassen door de hoek
te regelen waarin het gaspedaal wordt
ingetrapt.
De truck rijdt in de geselecteerde richting.
Van richting veranderen tijdens het rijden
Opgelet
Als
tijdens
richtingsschakelaar wordt omgeschakeld
naar de tegenovergestelde rijrichting,
wordt de vorkheftruck afgeremd totdat
de vorkheftruck in de tegenovergestelde
richting begint te rijden.
2.6 Besturing
Bedieningsstappen:
–
Rechtsaf slaan: Draai het stuurwiel met
de klok mee volgens de gewenste draaihoek.
–
Linksaf slaan: Draai het stuurwiel tegen
het
rijden
de
de klok in volgens de gewenste draaihoek.
Het weergavescherm toont de stuurhoek van het
achterwiel.
Opgelet
Verminder vaart voordat u een bocht
maakt.
Draai het stuurwiel niet in de
stationaire stand tijdens het draaien.
De vorkheftruck wordt bestuurd
door
de
contragewicht zwaait naar buiten tijdens
het sturen. Daarom moet de bestuurder
ervoor zorgen dat er voldoende ruimte
achter de vorkheftruck is voordat hij
draait.
2.7 Remmen
─ Rem af en trap het rempedaal in om de
vorkheftruck tot stilstand te brengen.
─ Zet
de
neutrale stand.
─ Laat de vorken op de grond zakken en
kantel de mast maximaal naar voren.
─ Druk op de elektronische remknop.
─ Druk op de noodstopschakelaar.
Opgelet
De weg wordt glad als het regent en
sneeuwt. De bestuurder moet letten op
34
achterwielen
en
rijrichtingschakelaar
het
in
de