2. Werkzaamheden
2.1 Inrijden van een nieuwe truck
De vorkheftruck moet in de eerste fasen na
ingebruikname onder lage belasting worden
gebruikt, vooral tijdens de eerste 100 uur en er
moet aan de volgende eisen worden voldaan:
–
Diep ontladen van de nieuwe batterij in
de eerste toepassingsfase moet worden
voorkomen.
–
Laad
de
batterij
wanneer het batterijniveau daalt tot 20% van
de capaciteit.
–
Het
voorgeschreven
onderhoud moet worden uitgevoerd.
–
Snel
rijden,
scherpe bochten moeten worden vermeden.
–
Olie verversen of smeren moet van
tevoren gebeuren volgens de vereisten.
–
De werkelijke belastbaarheid moet 70%
tot 80% van de nominale belastbaarheid zijn.
2.2 Dagelijkse controles en
afstellingen
Waarschuwing
Als er bij de controle schade of een
veiligheidsrisico aan de vorkheftruck
of
het
voorzetapparaat
geconstateerd, mag de vorkheftruck
niet meer worden gebruikt totdat deze
volgens
de
onmiddellijk
op
preventieve
plotselinge
stops
en
is
30
voorschriften
is
Om een veilige werking van de vorkheftruck te
garanderen, moet de bestuurder de vorkheftruck
controleren en afstellen voordat hij ermee gaat
rijden.
–
Bij het uitvoeren van een visuele
controle van de vorkheftruck moet de
bestuurder er vooral op letten of de wielen,
wielbouten en lastdelen beschadigd of los
zijn.
–
Controleer
de
hydraulische systeem, het remsysteem en de
batterij visueel en handmatig op lekkage of
schade.
–
Controleer de bandenspanning: Gebruik
een spanningsmeter om te controleren of de
bandenspanning de opgegeven waarde heeft
(voorwielen 0,97 MPa / achterwielen 0,79
MPa).
–
Controleer of de batterijhouder goed
vergrendeld is.
–
Controleer of de functie van de
bestuurdersstoel normaal is en stel de positie
van de bestuurdersstoel af op de afmetingen
van de bestuurder.
aandrijfas,
het