4. Veiligheidsregels
4.1 Veiligheidsregels voor het
besturen van de truck
1.
Alleen
getrainde
bestuurders mogen de truck bedienen.
2.
Bestuurders moeten helmen, werkschoenen
en kleding dragen.
3.
Vervoer geen mensen!
en
goedgekeurde
Bij storingen moet de bestuurder de truck
4.
onmiddellijk stoppen, het bordje "Gevaar" of
"Storing" ophangen, de sleutel eruit trekken en dit
melden bij de leiding. De truck mag pas weer
worden gebruikt als alle storingen zijn verholpen.
In geval van een plotselinge storing tijdens het
heffen van lading of het rijden op hellingen,
waardoor
elektrolyt
hydrauliekolie en remvloeistof lekt, moet er
onmiddellijk personeel worden ingezet voor
reparatie.
De rijroute voor vorkheftrucks moet een
5.
stevige en vlakke betonweg zijn of soortgelijke
45
uit
de
batterij
of