17.
Als de lading niet uitgelijnd is of als de truck
een bocht maakt of over ongelijke oppervlakken
rijdt, kan de lading er gemakkelijk afvallen. De
kans op kantelen is ook groter.
18.
De stapelhoogte van de lading mag niet
groter zijn dan die van het laststeunrek; als dit
niet kan worden vermeden, moet de lading stevig
worden
vastgezet.
begeleiding bij het hanteren van grote ladingen
die het zicht belemmeren. Wanneer er een
begeleider is voor heftruckwerkzaamheden, moet
de bestuurder bekend zijn met de betekenis van
zijn handen, vlaggen, fluitjes of andere signalen.
Wanneer de vorkheftruck wordt gebruikt voor het
vervoeren van lading met grote lengtes, zoals
hout, buizen en items met afwijkende afmetingen,
of wanneer voorzetapparaten van de vorkheftruck
kunnen
worden
uitgeschoven,
bestuurder zijn aandacht volledig op de voorkant
richten en andere mensen in de gaten houden bij
het draaien of rijden in smalle doorgangen.
Kantel de mast zoveel mogelijk naar achteren
19.
om de lading te stabiliseren bij het stapelen voor
het lossen; als de hoogte van de lading iets hoger
Rij
achteruit
of
onder
moet
of lager is dan die van de stapellaag, kan de lading
naar voren kantelen.
–
Wanneer er op hoogte wordt gestapeld
en de afstand tot de grond 15 cm - 20 cm is,
moet de mast verticaal staan en vervolgens
worden opgeheven; hef de lading niet op
wanneer de mast naar voren is gekanteld
–
Steek bij het oppakken van goederen op
hoogte de vork in de pallet, hef langzaam op,
ga weer omhoog en laat de vorken dan
zakken tot 15 cm - 30 cm boven de grond en
kantel de achterste mast naar achteren. Laat
de mast nooit voorover kantelen als de lading
op hoogte is.
Het is gevaarlijk om de vorken op te heffen
20.
tijdens het rijden met of zonder lading; de afstand
de
tussen de vorken en de grond moet 15 cm - 30 cm
zijn; en de truck moet worden bestuurd met de
mast naar achteren gekanteld. Voer geen
zijverschuivingen uit wanneer de vorken omhoog
staan om te voorkomen dat de vorkheftruck uit
balans raakt.
48
.