3 LOCATIE VAN HET TOESTEL
• Verzeker u ervan dat de wand waaraan het toestel
gehangen wordt, sterk genoeg is om het gewicht ervan
te dragen.
• Ga na of er genoeg ruimte is om de water- en gasleidin-
gen en een luchttoevoer/rookgasafvoer te installeren.
• Installeer het toestel niet boven een andere apparaat dat
het toestel zou kunnen beschadigen (bijv. boven een
fornuis, waar stoom of vet vanaf komt) of in een ruimte
waar veel corrosief stof aanwezig is in de lucht.
• Zorg ervoor dat er rondom het apparaat voldoende vrije
ruimte overblijft, zodat u erbij kunt voor onderhouds-
beurten.
• Het toestel moet worden geïnstalleerd op een plek waar
het niet aan vorst wordt blootgesteld. Neem de nodige
voorzorgsmaatregelen.
18
4 VEILIGHEIDSREGELS EN
VOORSCHRIFTEN
4.1 Veiligheidsinstructies
Alle werk binnen het toestel moet worden verricht door
een erkend installatie-, onderhouds- of servicebedrijf of
door de serviceafdeling van AWB. Wanneer de gasdruk bij
de inlaat van het toestel buiten de specifi caties valt, mag u
het toestel in geen geval starten. Wanneer de oorzaak van
dat probleem niet gevonden of opgelost kan worden,
moet de installateur contact opnemen met het gasbedrijf.
LET OP!
Onjuiste installatie kan tot een
elektrische schok of schade aan het
toestel leiden.
• Plaats bij het maken van de aansluitingen de afdicht-
ringen op de juiste manier om gas- of waterlekkage te
voorkomen.
De onderstaande veiligheidsinstructies moeten tijdens het
onderhoud en de vervanging van onderdelen absoluut
opgevolgd worden.
• Maak het toestel spanningsvrij door de stekker uit het
stopcontact te halen.
• Draai de gaskraan voor het gas dicht.
• Tap het toestel af, als u hydraulische onderdelen van het
toestel wilt vervangen.
• Laat het toestel afkoelen, voordat u onderhoudswerk-
zaamheden verricht.
• Bescherm tijdens uw werkzaamheden alle elektrische
componenten tegen water.
• Gebruik alleen nieuwe O-ringen en pakkingen.
• Na afronding van werkzaamheden aan gasvoerende
componenten, moet u deze goed controleren op vast-
zitten en lekkages.
• Wanneer de vervangingen afgerond zijn, kunt u het toe-
stel in bedrijf nemen.
4.2 Voorschriften, wet- en regelgeving
De installatie en inbedrijfstelling van het toestel moet wor-
den verricht door een erkende installateur die in het kader
van de toepasselijke wet- en regelgeving aansprakelijk is
voor de installatie en inbedrijfstelling.